Voorlopige voorziening+bodemzaak van Rechtbank Haarlem, Voorzieningenrechter, 6 de Julio de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 6 de Julio de 2012
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

RECHTBANK HAARLEM

Sector bestuursrecht

zaaknummer: AWB 12 - 2648 (voorlopige voorziening) en AWB 12 - 2127 (beroep)

uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 juli 2012

in de zaak van:

[naam eiser],

wonende te [woonplaats],

verzoeker/eiser, (hierna te noemen: eiser),

tegen:

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, rechtsopvolger van de minister van Justitie,

verweerder.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 30 december 2011 (het primaire besluit) heeft verweerder geweigerd aan eiser een Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG) af te geven.

    Bij besluit van 28 maart 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het hiertegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

    Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 25 april 2012 beroep ingesteld. Bij brief van 3 juni 2012 is verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

    Bij brief van 3 juni heeft eiser aanvullende stukken toegezonden.

    Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

    De zaak is behandeld ter zitting van 28 juni 2012, alwaar eiser in persoon is verschenen, vergezeld van zijn moeder. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. R. Faasse, ambtenaar in dienst van het ministerie, werkzaam bij het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag.

  2. Overwegingen

    2.1 Ingevolge artikel 8:86, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter, indien het verzoek om een voorlopige voorziening hangende het beroep bij de rechtbank is gedaan en hij van oordeel is dat na de zitting nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.

    De in het onderhavige geval verkregen informatie is van dien aard dat nader onderzoek geen relevante nieuwe gegevens zal opleveren. Ook overigens bestaat geen beletsel om met toepassing van voormeld wettelijk voorschrift onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak te doen.

    2.2 Eiser heeft verweerder verzocht om afgifte van een VOG ten behoeve van het verkrijgen van een functie als docent Nederlands via [naam] Uitzendbureau te Alkmaar. Verweerder heeft de VOG geweigerd, vanwege eisers strafrechtelijk verleden zoals dat blijkt uit het uittreksel uit het Justitieel Documentatiesysteem (hierna: JDS). Eiser stelt spoedeisend belang te hebben omdat hij voor het einde van de zomervakantie moet kunnen beschikken over een VOG.

    2.3 Ingevolge artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (hierna: de Wjsg) is een verklaring omtrent het gedrag een verklaring van de minister dat uit een onderzoek met betrekking tot het gedrag van de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon ingesteld, gelet op het risico voor de samenleving in verband met het doel waarvoor de afgifte is gevraagd en na afweging van het belang van betrokkene, niet is gebleken van bezwaren tegen die natuurlijke persoon of rechtspersoon. De verklaring bevat geen andere mededelingen.

    Ingevolge artikel 35, eerste lid, weigert de minister de afgifte van een verklaring indien in de justitiële documentatie met betrekking tot de aanvrager een strafbaar feit is vermeld, dat, indien herhaald, gelet op het risico voor de samenleving en de overige omstandigheden van het geval, aan een behoorlijke uitoefening van de taak of de bezigheden waarvoor de verklaring omtrent het gedrag wordt gevraagd, in de weg zal staan.

    Ingevolge artikel 36 kan de minister in het onderzoek kennis nemen van alle justitiële documentatie...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT