Hoger beroep van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 17 de Julio de 2012
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 17 de Julio de 2012 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands) |
Arrest d.d. 17 juli 2012
Zaaknummers 200.059.461/01 en 200.065.908/01
(zaaknummer rechtbank: 71646 / HA ZA 09-126)
HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN
Arrest van de tweede kamer voor burgerlijke zaken in de zaak met het nr. 200.059.461/01 van:
[d[de moeder],
thans wonende te [woonplaats],
appellante in het principaal appel en geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: [de moeder],
advocaat: mr. F.H.I. Hundscheid, kantoorhoudende te Sittard,
tegen
[de zoon],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in het principaal appel en appellant in het voorwaardelijk incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiser,
hierna te noemen: [de zoon],
advocaat: mr. C.A. van Kooten-de Jong, kantoorhoudende te Montfoort,
en in de zaak met het nr. 200.065.908/01 van:
-
[dochter 1],
wonende te [woonplaats],
-
[dochter 2],
wonende te [woonplaats],
appellanten in het principaal appel en geïntimeerden in het voorwaardelijk incidenteel appel,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,
hierna gezamenlijk te noemen: [de dochters],
advocaat: mr. P. Sipma, kantoorhoudende te Drachten,
tegen
[de zoon],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in het principaal appel en appellant in het voorwaardelijk incidenteel appel,
in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,
hierna te noemen: [de zoon],
advocaat: mr. C.A. van Kooten-de Jong, kantoorhoudende te Montfoort.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de vonnissen uitgesproken op 3 februari 2009, 6 mei 2009 en 27 januari 2010 door de rechtbank Assen.
Het geding in hoger beroep
De zaak met het nummer 200.059.461/01
Bij exploot van 8 maart 2010 is door [de moeder] hoger beroep ingesteld van de vonnissen van 6 mei 2009 en 27 januari 2010 met dagvaarding van [de zoon] tegen de zitting van 16 maart 2010.
De conclusie van de dagvaarding luidt:
de vonnissen d.d. 6 mei 2009 en 27 januari 2010 tussen partijen gewezen onder zaaknummer 71646 rolnummer 09-126 te vernietigen en (…) opnieuw recht doende, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen van geïntimeerde alsnog geheel af te wijzen, met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties.
Bij arrest van 6 april 2010 heeft het hof in deze zaak een comparitie van partijen gelast. De comparitie heeft geen doorgang gevonden.
[de moeder] heeft een memorie van grieven genomen.
Bij memorie van antwoord, tevens houdende een akte vermeerdering van eis, is door [de zoon] verweer gevoerd en voorwaardelijk incidenteel geappelleerd met als conclusie:
bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. Eerst en alleen in het principale appel een beslissing te nemen over de gegrondheid van de
zijdens [de zoon] naar voren gebrachte formele verweren;
B. Zich onbevoegd verklaart van dit appel kennis te nemen, althans appellante niet
ontvankelijk te verklaren in haar appel, althans haar appel af te wijzen en/of ongegrond te
verklaren met veroordeling van appellante in de kosten van beide instanties;
C. Subsidiair en voorwaardelijk - namelijk alleen in de situatie dat Uw Hof de zijdens [de zoon] naar voren gebrachte formele verweren passeert en voornemens is het geschil i
inhoudelijk te behandelen - in het voorwaardelijk incidenteel appel;
I. Bij tussenarrest aan te geven op welke wijze [de zoon] [de dochters] in
het geding moet roepen ten behoeve van de behandeling van het incidentele
appel en vervolgens;
II. de vorderingen zoals door [de zoon] ingesteld bij de inleidende dagvaarding
in eerste aanleg en aangevuld met de voorwaardelijke wijziging van eis in de
conclusie van repliek in conventie d.d. 29 april 2008 toe te wijzen met
veroordeling van appellante in de kosten van beide instanties en:
III. appellante in het principale appel daarin niet ontvankelijk te verklaren, althans
haar appel alsnog af te wijzen en/of ongegrond te verklaren met veroordeling van
appellante in de kosten van beide instanties.
Door [de moeder] is in het voorwaardelijk incidenteel appel geantwoord met als conclusie:
[de zoon] in zijn voorwaardelijk ingesteld incidenteel appèl niet te ontvangen althans zijn vorderingen af te wijzen als zijnde ongegrond, onbewezen en/of in strijd met de wet.
De zaak met het nummer 200.065.908/01
Bij exploot van 22 april 2010 is door [de dochters] hoger beroep ingesteld van de vonnissen van 6 mei 2009 en 27 januari 2010 met dagvaarding van [de zoon] tegen de zitting van 1 juni 2010.
De conclusie van de memorie van grieven luidt:
voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te vernietigen het tussenvonnis van de rechtbank Assen van 6 mei 2009 en het vonnis van de rechtbank Assen van 27 januari 2010 onder nummer 71646 / HA ZA 09-126 tussen partijen gewezen, en opnieuw rechtdoende:
- de omgang van de nalatenschap van erflater [de vader] vast te stellen per [datum];
- de waarde van de bestanddelen van de nalatenschap vast te stellen per heden, althans op
het moment van verdeling, dan wel [datum] dan wel een door Uw Gerechtshof in
goede justitie te bepalen datum;
- (en) daarbij een taxatie te gelasten van de activa van het bedrijfsvermogen van de
agrarische onderneming aan de [adres 1] te [plaats] tegen de vrije
verkeerswaarde op de datum van de taxatie, dan wel op een door Uw Gerechtshof in
goede justitie te bepalen datum;
- de vaststellingsovereenkomst van 8 mei 1999 nietig te verklaren, dan wel te vernietigen,
althans de waardering van de nalatenschap per 25 mei 1998, zoals deze in die
vaststellingsovereenkomst is opgenomen, nietig te verklaren, dan wel te vernietigen, dan
wel te bepalen dat deze waardering strijdig is met het legitieme erfdeel van appellanten;
- te bepalen dat appellanten over het hen toekomende deel (gelden) van de nalatenschap
recht hebben op een rentevergoeding van 6 procent, dan wel de wettelijke rente vanaf
[datum], dan wel een door Uw Gerechtshof in goede justitie te bepalen
rentevergoeding vanaf een door Uw Gerechtshof in goede justitie te bepalen datum;
- eerst geïntimeerde (bij incidenteel arrest) te veroordelen tot het verschaffen van
afschriften van de polissen, zoals die zijn genoemd in de vaststellingsovereenkomst,
alsmede andere administratieve bescheiden, waaruit de polissen blijken, alsmede de
waarde daarvan, zulks binnen vier weken na het in dezen te wijzen arrest;
- te gelasten dat in de akte van verdeling en scheiding een meerwaardeclausule wordt
opgenomen, inhoudende dat geïntimeerde gehouden zal zijn bij de gehele of gedeeltelijke
tegeldemaking van het ondernemingsvermogen, voorzover bestaande uit
landbouwgronden en productierechten, binnen 15 jaar na de toedeling, zonder de
verkregen gelden binnen twee jaar opnieuw te investeren in het agrarisch bedrijf, de
behaalde nettowinst te verrekenen met appellanten, overeenkomstig ieders gerechtigdheid
in de onverdeeldheid;
- geïntimeerde te veroordelen binnen vier weken na het in dezen te wijzen arrest mee te
werken aan de voor de verdeling en afwikkeling van de nalatenschap noodzakelijke
rechtshandelingen, waaronder het overmaken van gelden, met de bepaling dat, indien niet
binnen vier weken na betekening van het in dezen te wijzen arrest de nalatenschap zal zijn
verdeeld en afgewikkeld, nadien appellanten zullen zijn gemachtigd om in de plaats van
geïntimeerde te bewerkstelligen, onder meer door het verrichten van rechtshandelingen en
handelingen anderszins, dat die verdeling en afwikkeling plaatsvindt, met veroordeling
van geïntimeerde in de door appellanten ter zake van gemaakte kosten, een en ander,
subsidiair, onder de door Uw Gerechtshof te stellen voorwaarden;
- geïntimeerde te veroordelen in de kosten van deze procedure, zowel in eerste instantie als
in hoger beroep.
Bij memorie van antwoord, tevens houdende een akte vermeerdering van eis, is door [de zoon] verweer gevoerd en voorwaardelijk incidenteel geappelleerd met als conclusie:
bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
A. Eerst en alleen in het principale appel een beslissing te nemen over de gegrondheid van de
zijdens [de zoon] naar voren gebrachte formele verweren;
B. Zich onbevoegd verklaart van dit appel kennis te nemen, althans appellantes niet ontvankelijk te verklaren in hun appel, lathans hun appel af te wijzen en/of ongegrond te
verklaren met veroordeling van appellantes hoofdelijk in de kosten van beide instanties;
C. Subsidiair en voorwaardelijk - namelijk alleen in de situatie dat Uw Hof de zijdens [de zoon] naar voren gebrachte formele verweren passeert en voornemens is het geschil
inhoudelijk te behandelen - in het voorwaardelijk incidenteel appel:
I. Bij tussenarrest aan te geven op welke wijze [de zoon] [de moeder] in het geding moet
roepen ten behoeve van de behandeling van het incidentele appel en vervolgens;
II. de vorderingen zoals door [de zoon] ingesteld bij de inleidende dagvaarding in eerste
aanleg en aangevuld met de voorwaardelijk wijziging van eis in de conclusie van repliek
in conventie d.d. 29 april 2008 toe te wijzen met veroordeling van appellantes hoofdelijk
in de kosten van beide instanties en:
III. appellantes in het principale appel daarin niet ontvankelijk te verklaren, althans hun appel
alsnog af te wijzen en/of ongegrond te verklaren met veroordeling van appellantes
hoofdelijk in de kosten van beide instanties.
Door [de dochters] is in het voorwaardelijk incidenteel appel geantwoord met als conclusie:
"in principaal appel
- het verzoek van [de zoon] ex. 20, lid 1 Rv om [de dochters] niet-ontvankelijk te
verklaren, dan wel als ongegrond af te wijzen;
- de door [de zoon] ingestelde formele verweren, zoals onder B. van de vordering
geformuleerd, als ongegrond af te wijzen;
- voorwaardelijk, in het geval Uw Gerechtshof van oordeel bent, dat [de moeder] in het
geding betrokken dient te worden en de voeging daarvoor onvoldoende wordt geacht en
ambtshalve Hingsman niet in het geding wordt betrokken, aan te geven op welke wijze de
[de dochters] [de moeder] dan...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT