Hoger beroep van Rechtbank Breda, Sector kanton, 31 de Mayo de 2012

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak31 de Mayo de 2012
Uitgevende instantie:Sector kanton

RECHTBANK BREDA

team kanton Bergen op Zoom

zaaknummer : 715483 \ MB VERZ 12-40

CJIB-nummer: 151936861

uitspraak: 31 mei 2012

Op de in het openbaar gehouden zitting van 31 mei 2012 is mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, bijgestaan door S.J.A. Roefs als griffier, overgegaan tot de mondelinge behandeling van het beroep dat is ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie met bovengenoemd CJIB-nummer. Het beroepschrift is ingediend door:

naam: : [betrokkene]

adres : [adres]

Betrokkene is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

Namens de officier van justitie is verschenen A.M.E. Lohuis, werkzaam bij het CVOM te Utrecht.

Van het verhandelde ter zitting is door de griffier aantekening gehouden, welke aantekeningen worden geacht deel uit te maken van dit proces-verbaal.

Betrokkene heeft beroep ingesteld en daartoe aangevoerd hetgeen in het beroepschrift - dat zich bij de stukken van het geding bevindt - is vermeld.

De officier van justitie heeft meegedeeld de beslissing waarvan beroep is ingesteld, alsmede de verwerping van de bezwaren van betrokkene, te handhaven.

  1. De beoordeling

    De kantonrechter heeft op grond van de navolgende overwegingen een beslissing genomen, welke beslissing is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

    Het beroep is ontvankelijk omdat het tijdig is ingesteld en er zekerheid is gesteld voor de betaling van de sanctie.

    Als door betrokkene erkend staat vast dat de verweten gedraging is verricht.

    De door betrokkene aangevoerde omstandigheden, te weten dat het voertuig met het kenteken NV-JT-23, nadat het is afgekeurd voor de APK-keuring, niet meer op de openbare weg is geweest en is geschorst na ontvangst van de sanctie, dat betrokkene geen kennis had van de regels omtrent een afgekeurd voertuig en dat de beschikking is opgelegd zonder voorafgaande waarschuwing, geven de kantonrechter geen aanleiding tot matiging van de opgelegde sanctie.

    Immers, artikel 72 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW) bepaalt dat voor een motorrijtuig of aanhangwagen waarvoor een kenteken is opgegeven een keuringsbewijs dient te zijn afgegeven. Het keuringsbewijs dient zijn geldigheid niet te hebben verloren. Ingevolge artikel 67 WVW kan de geldigheid van het kentekenbewijs van een voertuig geschorst worden. Als de kentekenhouder van een voertuig niet aan een van deze verplichtingen voldoet, loopt hij het risico dat er door middel van een registercontrole van de RWD een sanctie wordt opgelegd. Nu de vervaldatum van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT