Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Breda, 25 de Noviembre de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak25 de Noviembre de 2004
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

04 / 1367 WWB RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht

Meervoudige kamer

UITSPRAAK

in de zaak van

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

gemachtigde mr. C.A.L. Keijzers,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goirle, verweerder.

  1. Procesverloop

    Eiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 19 mei 2004 (bestreden besluit), inzake de herziening van het recht op bijstand, en de terugvordering van teveel verstrekte bijstand. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 2 november 2004, waarbij aanwezig waren eiser en zijn gemachtigde en namens verweerder mr. O.W.J.M. Rietveld.

  2. Beoordeling

    2.1 Op grond van de gedingstukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    Eiser en zijn echtgenote hebben vanaf augustus 1993 een bijstandsuitkering ontvangen van verweerder, aanvankelijk krachtens de Algemene Bijstandswet, later krachtens de Algemene bijstandswet (Abw), laatstelijk krachtens de Wet werk en bijstand (Wwb).

    Naar aanleiding van berichten omtrent het fokken en de verkoop van rashonden door eiser en zijn echtgenote heeft verweerder door een buitengewoon opsporingsambtenaar een onderzoek laten instellen. Deze heeft in dat verband het dossier van eiser bestudeerd en inlichtingen ingewonnen bij de A. Nadat hij eiser in de gelegenheid heeft gesteld om aanvullende stukken in te dienen, heeft hij gesproken met een secretariaats-medewerker van B en met de voorzitter van C, en heeft hij eiser verhoord. De opsporingsambtenaar heeft vervolgens op 4 september 2003 gerapporteerd omtrent zijn bevindingen.

    Verweerder heeft het Instituut Midden- en Kleinbedrijf (IMK) laten onderzoeken welke opbrengsten als realistisch verondersteld mogen worden en met welke kosten een hondenfokker rekening dient te houden bij het fokken en verkopen van Engelse en Franse pups. Het IMK heeft daaromtrent gerapporteerd op 14 oktober 2003.

    Bij besluit van 15 januari 2004 heeft verweerder besloten om de uitkering van eiser en zijn echtgenote te herzien over de periode van 1 juli 1997 tot en met mei 2002 omdat zij niet aan verweerder hebben gemeld dat zij als fokker en verkoper van Franse bulldogs en Engelse bulldogs hebben gewerkt en daaruit inkomsten hebben ontvangen. Voorts is besloten tot een terugvordering van € 69.158,11 aan bijstand welke als gevolg van de herziening teveel is verstrekt.

    Bij het bestreden besluit heeft verweerder de bezwaren van eiser ongegrond verklaard.

    2.2 Eiser heeft, samengevat, aangevoerd dat hij er zich niet bewust van was dat hij de sociale dienst van verweerders gemeente had moeten informeren omtrent het fokken van honden. Het was een hobby die hij alleen heeft kunnen uitoefenen in verband met de inkomsten uit de verkoop van de gefokte honden. De inkomsten uit verkoop van de honden zijn praktisch geheel opgegaan aan de met het fokken verband houdende kosten. Eiser heeft deze stelling ter zitting nog toegelicht aan de hand van een schatting van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT