Voorlopige voorziening van Rechtbank Leeuwarden, 27 de Enero de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Enero de 2003
Uitgevende instantie:Rechtbank Leeuwarden

RECHTBANK LEEUWARDEN

Sector bestuursrecht

Uitspraak ex artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht

Reg.nrs.: 03/32 t/m 03/48 WET

Inzake de gedingen tussen

  1. de familie [verzoekers sub 1] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  2. de familie [verzoekers sub 2] ([man + vrouw] + 1 kind),

  3. de familie [verzoekers sub 3] ([man + vrouw] + 1 kind),

  4. de familie [verzoekers sub 4] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  5. de familie [verzoekers sub 5] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  6. de familie [verzoekers sub 6] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  7. mevrouw [verzoekster sub 7],

  8. de familie [verzoekers sub 8] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  9. de familie [verzoekers sub 9] ([man + vrouw]),

  10. de familie [verzoekers sub 10] ([man + vrouw]),

  11. de familie [verzoekers sub 11] ([man + vrouw] + 1 kind),

  12. de familie [verzoekers sub 12] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  13. de familie [verzoekers sub 13] ([man + vrouw] + 1 kind),

  14. de familie [verzoekers sub 14] ([man + vrouw] + 2 kinderen),

  15. mevrouw [verzoekster sub 15],

  16. de familie [verzoekers sub 16] (mevrouw [verzoekster sub 16] + 4 kinderen),

  17. de familie [verzoekers sub 17] ([man + vrouw] + 5 kinderen),

allen verblijvende op Ameland in de Aanvullende opvang (AVO) "Boerderij de Jong" te Nes Ameland, AVO "Zeewind" te Nes Ameland dan wel AVO "De Hoop" te Hollum Ameland, verzoekers,

gemachtigden: mr. E.J.M. Klip en mr. M. Timmer, advocaten te Lekkerkerk en Den Haag

en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder,

gemachtigden: mr. M.F. van der Hoeven-Abbekerk en mr. D. Nobel, advocaten te Den Haag.

Procesverloop

Bij brieven van 10 januari 2003 heeft verweerder verzoekers mededeling gedaan van besluiten betreffende de overplaatsing van verzoekers naar een ander asielzoekerscentrum (AZC), namelijk een AZC in Kollum, Burgum, Drachten of Dokkum, in verband met sluiting van de aanvullende opvangvoorzieningen op Ameland.

Namens verzoekers zijn tegen deze besluiten bij verweerder bezwaarschriften ingediend. Tevens hebben verzoekers gemachtigden zich bij brieven van 13 januari 2003 tot de voorzieningenrechter gewend met het verzoek om ingevolge art. 8:81 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaken een voorlopige voorziening te treffen.

De verzoeken zijn ter zitting behandeld op 22 januari 2003. Partijen zijn bij hun gemachtigden verschenen. In verband met een namens verzoekers opgeworpen bevoegdheidsverweer heeft de voorzieningenrechter verweerder in de gelegenheid gesteld om na de zitting de mandaatregeling van verweerder over te leggen. Gelet op de daarop namens verzoekers gegeven reactie, heeft de voorzieningenrechter op 23 januari 2003 het onderzoek heropend en partijen gelegenheid gegeven tot een nader schriftelijk debat ten aanzien van de vraag of de bestreden besluiten bevoegd zijn genomen. Hierbij heeft verweerder een schrijven van 24 januari 2003 overgelegd van de algemeen directeur, mr. G.J. Wouters, waarin de bestreden besluiten voor zoveel nodig worden bekrachtigd. Het onderzoek is vervolgens op dezelfde dag gesloten en partijen hebben ingestemd met afdoening zonder een nadere zitting.

Motivering

Op grond van art. 8:81 lid 1 Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de verzoeken overweegt de voorzieningenrechter dat niet is gebleken van beletselen om verzoekers te kunnen ontvangen. Voorts is genoegzaam aangetoond dat verzoekers een spoedeisend belang hebben bij de gevraagde voorlopige voorzieningen.

Voor zover de beoordeling van de verzoeken met zich brengt dat de geschillen in de hoofdzaak worden beoordeeld heeft het oordeel van de voorzieningenrechter daaromtrent een voorlopig karakter.

Aan een verzoek als het onderhavige kan in beginsel worden voldaan, indien het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in de hoofdzaak luidt dat de bezwaren tegen de aangevallen besluiten gegrond verklaard zullen moeten worden.

De voorzieningenrechter baseert zich bij zijn oordeelsvorming op onderstaande feiten en omstandigheden.

Verzoekers verblijven, in afwachting van de behandeling van hun asielaanvragen, met hun kinderen op een drietal aanvullende opvanglocaties op Ameland, te weten de AVO's Zeewind en De Jong te Nes en de AVO De Hoop te Hollum. Voor het gebruik van deze locaties heeft verweerder overeenkomsten voor de aanvullende opvang van asielzoekers met de exploitanten afgesloten, welke voor de AVO's De Hoop en Zeewind op 24 januari 2003 aflopen en voor de AVO De Jong op 25 juli 2003. Ingevolge deze overeenkomsten is verweerder onder meer gehouden om aan de exploitanten per asielzoeker een dagvergoeding van € 12,25 te betalen, alsmede een leegstandsvergoeding van € 4,54 voor elke plaats die niet bezet is. Deze locaties zijn thans ruim 5 jaar in gebruik als AVO. Verzoekers maakten deel uit van een groep van in totaal 117 asielzoekers, die op Ameland waren gehuisvest, waarvan 50 personen in AVO De Hoop respectievelijk in AVO Zeewind verbleven en de overige 17 in AVO De Jong...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT