Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 5 de Diciembre de 2000

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 5 de Diciembre de 2000
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

Rolnr. C9801015/MA

ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,

tweede kamer, van 5 december 2000,

gewezen in de zaak van:

[APPELLANT] en

[APPELLANTE],

echtelieden,

wonende te [woonplaats],

appellanten,

procureur: mr. A.W.G. de Hart,

t e g e n :

DE GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL,

gevestigd te Valkenburg aan de Geul,

gentimeerde,

procureur: mr. W.M.C. van der Eerden,

op het bij dagvaarding van 22 september 1998 ingeleide hoger beroep van de door de rechtbank te Maastricht onder rolnummer 6299/92 gewezen vonnissen van 4 augustus 1994, 13 juni 1996, 31 januari (het hof begrijpt: juli) 1997 en 2 juli 1998 tussen appellanten - [appellant c.s.] - als eisers en gentimeerde - de gemeente - als gedaagde.

--------------------------------------------------

  1. De eerste aanleg

    Hiervoor wordt verwezen naar de vonnissen waarvan beroep. Het hof merkt daarbij op dat, voor zover [appellant c.s.] in de appeldagvaarding spreekt over een vonnis van 31 januari 1997, hij, onder meer gezien het bij memorie van grieven gestelde, kennelijk het tussenvonnis van 31 juli 1997 bedoelt.

  2. Het geding in hoger beroep

    [Appellant c.s.] is van deze vonnissen tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft tegen de tussenvonnissen van 13 juni 1996 en 31 juli 1997 en het eindvonnis van 2 juli 1998 drie grieven voorgedragen en geconcludeerd tot - naar het hof begrijpt - vernietiging van voormelde vonnissen en toewijzing alsnog van zijn vorderingen.

    De gemeente heeft bij memorie van antwoord, onder overlegging van een productie, de grieven bestreden en geconcludeerd tot bevestiging van de vonnissen van de rechtbank.

    Partijen hebben hierop de procesdossiers voor uitspraak overgelegd, nadat door [appellant c.s.] nog de in eerste aanleg bij de descente gemaakte en aan het proces-verbaal van descen-te en comparitie gehechte foto's in originali ter griffie van het hof had gedeponeerd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Grief I is gericht tegen het oordeel van de rechtbank in r.o. 3.3.2 van het tussenvonnis van 13 juni 1996 dat de in het geding zijnde groeve niet kan worden bestempeld als een gebouw- in de zin van art. 1405 BW (oud).

    Grief II is gericht tegen r.o. 3.4.2 van voormeld tussenvonnis en tegen de bij het tussenvonnis van 31 juli 1997 aan [appellant c.s.] verstrekte bewijsopdracht.

    Grief III bestrijdt de afwijzing van de vorderingen van [appellant c.s.] bij het eindvonnis van 2 juli 1998 en beoogt het geschil in volle omvang aan het oordeel van het hof te onderwerpen.

  4. De beoordeling

    4.1. Aangezien door [appellant c.s.] geen grieven zijn voorgedragen tegen het tussenvonnis van 4 augustus...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT