Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 1 de Agosto de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Agosto de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ROTTERDAM

Meervoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

Reg.nr.: MEDED 99/1690-SIMO

Uitspraak

in het geding tussen

Van Vollenhoven Olie B.V., gevestigd te Tilburg, eiseres,

gemachtigde mr. P.H.L.M. Kuypers, advocaat te Brussel (België),

en

de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, verweerder,

gemachtigde mr. R.J. Ludding, advocaat te Den Haag,

met als derden-partijen

  1. de gemeente Venlo (hierna: de gemeente),

    gemachtigde mr. M.J.P.G. Kessels, werkzaam bij de gemeente Venlo;

  2. Schreurs Oliemaatschappij B.V., gevestigd te Venlo (hierna: Schreurs),

    gemachtigde mr. M.J.A.M. Muijres, advocaat te Venlo.

  3. Ontstaan en loop van de procedure

    Bij besluit van 8 december 1998 heeft verweerder de aanvraag van eiseres om ten aanzien van de gemeente toepassing te geven aan artikel 56 van de Mededingingswet (hierna: Mw) afgewezen.

    Tegen dit besluit is namens eiseres bij brief van 15 januari 1999 bezwaar gemaakt.

    Bij besluit van 9 juli 1999 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

    Tegen dit besluit (hierna: het bestreden besluit) heeft de gemachtigde van eiseres bij faxbericht van 5 augustus 1999, aangevuld bij brief van 26 oktober 1999, beroep ingesteld.

    Verweerder heeft bij brief van 22 december 1999 een verweerschrift ingediend.

    Daartoe door de rechtbank in de gelegenheid gesteld hebben de gemeente en Schreurs als partijen aan het geding deelgenomen.

    Verweerder heeft de rechtbank bij het inzenden van de op de zaak betrekking hebbende stukken ten aanzien van (gedeelten van) een aantal stukken op grond van artikel 8:29, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) medegedeeld dat uitsluitend zij daarvan kennis zal mogen nemen (beperking kennisneming). De rechtbank heeft een rechter-commissaris benoemd en deze opgedragen terzake een beslissing te nemen. Bij beslissing van 15 maart 2001 heeft de rechter-commissaris beperking van de kennisneming, met uitzondering van een gedeelte van één stuk, gerechtvaardigd geacht. Verweerder heeft het desbetreffende gedeelte van dat stuk alsnog ingezonden. Eiseres en Schreurs hebben, anders dan de gemeente, geen toestemming als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb verleend, zodat de rechtbank niet mede op de grondslag van de stukken ten aanzien waarvan de rechter-commissaris beperking van de kennisneming gerechtvaardigd heeft geacht, uitspraak kan doen.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 mei 2001. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, met bijstand van diens kantoorgenoot mr. B.J.P.G. Roozendaal en H. Bogaers, directeur van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, met bijstand van mr. W.P.A. de Wild, werkzaam bij de Nederlandse mededingingsautoriteit. De gemeente heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Schreurs heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

    Ter zitting is als door eiseres meegebrachte getuige gehoord X, voormalig directeur van Schreurs.

  4. Overwegingen

    2.1. Wettelijk kader

    Ingevolge artikel 6, eerste lid, van de Mw - voorzover hier van belang - zijn verboden overeenkomsten tussen ondernemingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst.

    Op grond van artikel 24, eerste lid, van de Mw is het ondernemingen verboden misbruik te maken van een economische machtspositie.

    2.2. Feiten

    Op het grondgebied van de gemeente bevinden zich aan en in de onmiddellijke nabijheid van de A67 de bedrijventerreinen Trade Port West I, Trade Port West II en Ecopark (hierna gezamenlijk ook aangeduid als: Trade Port West), waar veel transport- en andere logistieke bedrijven zijn gevestigd. Een belangrijk deel van de desbetreffende gronden is of was eigendom van de gemeente. De gemeente heeft Trade Port West vanaf het begin van de jaren '90 - gefaseerd - ontwikkeld. In dat kader heeft zij een gedeelte van de bij haar in eigendom zijnde gronden verkocht en een gedeelte uitgegeven in erfpacht.

    In het begin van de jaren '90 heeft de gemeente met enkele ondernemingen, waaronder Schreurs, onderhandeld over de verkoop van gronden met het oog op de vestiging van een zogenoemde truckstop, dat wil zeggen een grootschalige locatie waar vrachtwagens kunnen tanken e.d. en waar voorzieningen zijn voor de chauffeurs. Uiteindelijk is met Schreurs principeovereenstemming bereikt, waarna de onderhandelingen over de verdere uitwerking van de voorgenomen overeenkomst zijn voortgezet. Onderdeel van de principeovereenstemming was dat Schreurs een meerprijs zou betalen van f 20,-- per m2 in vergelijking met de overige gronden op Trade Port West.

    In februari 1992 is vastgesteld het Spreidingsplan voor brandstofverkooppunten in de gemeente Venlo. Daarin is, nadat is geconstateerd dat in de jaren '90 geen behoefte zal zijn aan nieuwe brandstofverkooppunten maar dat zich wel een verplaatsingsvraag zal aandienen, als beleid neergelegd dat gelet op de noodzakelijke integrale afweging van ruimtelijke, landschappelijke, milieu- en verkeersaspecten en met het oog op een optimaal spreidingspatroon alleen bedrijventerreinen in aanmerking kunnen komen voor (her)vestiging van brandstofverkooppunten. Meer specifiek wordt daarin nog vermeld dat Scheurs op korte termijn zal aanvangen met de bouw van een truckstop op Trade Port West, waarmee gepaard gaat de afbouw op termijn van vijf andere verkooppunten van Schreurs elders in de gemeente. Opgemerkt wordt dat deze planvorming mede bijdraagt tot een optimaal spreidingsbeleid.

    Bij brief aan de gemeente van 17 september 1992 heeft Schreurs onder meer gevraagd in de voorwaarden van de tussen de gemeente en haar te sluiten overeenkomst op te nemen dat sprake zal zijn van een "exclusiviteitsrecht voor de verkoop van motorbrandstoffen". Daarbij is ook verwezen naar de wens van de gemeente dat Schreurs vijf andere brandstofverkooppunten zal sluiten.

    In een ambtelijk advies van de afdeling Economische Zaken aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente (hierna: het college) van 17 september 1992 is vermeld dat exclusiviteit in de onderhandelingen - ook in een eerder stadium met andere kandidaten dan Schreurs - steeds uitgangspunt is geweest, zulks mede in verband met de te betalen meerprijs. Voorgesteld wordt inderdaad te voorzien in exclusiviteit, echter niet langs privaatrechtelijke weg - omdat dat juridisch niet zou kunnen - maar door middel van een wijziging van het bestemmingsplan. De afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer heeft daarbij aangetekend dat de exclusiviteit beperkt zou kunnen blijven tot het gedeelte van Trade Port West waarop de truckstop was voorzien. Op 9 november 1992 heeft het college in beginsel ingestemd met het advies van de afdeling Economische Zaken.

    Bij brief van 21 januari 1993 heeft het college aan Schreurs medegedeeld dat Schreurs, als tegenprestatie voor de te betalen meerprijs, jegens de gemeente aanspraak erop kan maken dat de gemeente op Trade Port West geen andere verkooppunten voor motorbrandstoffen zal toestaan. Die aanspraak kan op basis van het bestaande bestemmingsplan niet worden vervuld, omdat daarin brandstofverkooppunten in relatie tot een garagebedrijf wel zijn toegelaten. Omdat regeling langs privaatrechtelijke weg in strijd met de jurisprudentie wordt geacht, is een specifieke wijziging van het bestemmingsplan nodig. Die brief bevat onder meer de volgende passage:

    "Aangezien hiervoor de in de Wet Ruimtelijke ordening voorgeschreven procedure gevolgd dient te worden, kan dezerzijds niet verder gegaan worden dan het doen toezeggen van een inspanningsverplichting ten laste van de gemeente om te komen tot een wijziging van het bestemmingsplan (...) met een strekking als voren bedoeld.

    Gezien de aard van de wetgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening kan bovendien van gemeentezijde geen garantie met betrekking tot de duur van de aanpassing van het bestemmingplan worden gegeven. Wel kan toegezegd worden dat de gemeente zich zal inspannen om, indien de beoogde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT