Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zutphen, 23 de Enero de 2000

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Enero de 2000
Uitgevende instantie:Rechtbank Zutphen

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ZUTPHEN

Enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken

Reg.nr.: 00/796 NABW

UITSPRAAK

in het geding tussen:

[eiseres], wonende te [woonplaats], eiseres,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen, verweerder.

  1. Aanduiding bestreden besluit

    Besluit van verweerder van 27 juni 2000.

  2. Feiten

    Eiseres ontvangt een uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet (Abw).

    Bij besluit van 29 maart 2000 heeft verweerder besloten aan eiseres, die tot dat moment volledig was ontheven van die verplichtingen, de verplichtingen op te leggen als bedoeld in artikel 113, eerste lid, van de Abw. Tegen dat besluit heeft eiseres bezwaar gemaakt.

    Bij het thans bestreden besluit heeft verweerder dit bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en besloten eiseres "niet de volledige arbeidsverplichting op te leggen maar tot september 2000 te beginnen met een oriÎntatiefase in overleg met de trajectconsulent".

  3. Procesverloop

    Namens eiseres heeft mw. mr. A. van Bon-Moors, advocaat te Nijmegen, beroep ingesteld op de in het aanvullend beroepschrift vermelde gronden. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingezonden. Desgevraagd heeft verweerder deze stukken nadien aangevuld.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 9 januari 2001, waar eiseres in persoon is verschenen, bijgestaan door mr. Van Bon-Moors voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de heren B.H.P.G. Buiting en A.G. Roesink.

  4. Gronden

    De rechtbank overweegt het volgende.

    Naar ter zitting namens verweerder is toegelicht houdt het bestreden besluit in een gedeeltelijke ontheffing van de verplichtingen van artikel 113, eerste lid, van de Abw.

    De periode tot de zomervakantie 2000 is aangemerkt als oriÎntatiefase, waarin van eiseres slechts werd verlangd dat zij het vrijwilligerswerk dat zij als handwerkbegeleidster voor maximaal 4 uur per week reeds verrichtte op de vrije school "[school]" te [woonplaats] zou voortzetten. In september 2000 zou een evaluatie plaatsvinden en vervolgens zou een nieuw traject worden vastgelegd.

    Ter zitting is gebleken dat die beoogde evaluatie, evenals nader besluitvorming, is uitgebleven in afwachting van door verweerder inmiddels gevraagd medisch advies.

    Desgevraagd is daarop namens verweerder ter zitting verklaard dat het bestreden besluit aldus moet worden begrepen dat vanaf september 2000 geldt dat eiseres (weer) volledig is ontheven van de verplichtingen van artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT