Verzet van Council of State (Netherlands), 7 de Agosto de 2001

Datum uitspraak 7 de Agosto de 2001
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

Raad

van State

200101339/2.

Datum uitspraak: 7 augustus 2001

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het hoger beroep van:

A, wonend te B,

appellant,

tegen de uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Rotterdam van 1 februari 2001 in het geding tussen:

appellant,

en

burgemeester en wethouders van Westvoorne.

  1. Procesverloop

    Bij brief van 31 maart 1999 heeft appellant burgemeester en wethouders van Westvoorne (hierna: burgemeester en wethouders) verzocht het gebruik van het perceel aan de [...]laan 1 te B te controleren en indien nodig passende actie te ondernemen.

    Bij besluit van 29 juni 1999 hebben burgemeester en wethouders het verzoek van appellant aangemerkt als een verzoek tot het toepassen van bestuursdwang en hebben zij dit verzoek afgewezen.

    Bij besluit van 22 februari 2000 hebben burgemeester en wethouders het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

    Bij uitspraak van 1 februari 2001, verzonden op 6 februari 2001, heeft de arrondissementsrechtbank te Rotterdam (hierna: de rechtbank) het daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard.

    Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief van 15 maart 2001, bij de Raad van State ingekomen op 19 maart 2001, hoger beroep ingesteld.

    De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

  2. Overwegingen

    2.1. De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat haar niet gebleken was dat appellant belang had bij de procedure. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat appellant door middel van de door hem bij de rechtbank gevoerde procedure slechts beoogde rechtszekerheid te krijgen met betrekking tot toekomstige onzekere gebeurtenissen, te weten een eventuele bestemmingsplanwijziging of een vergunningverlening met toepassing van de vrijstellingsprocedure.

    2.2. De rechtbank heeft ten onrechte op grond van de motieven van appellant om verweerder te verzoeken bestuursdwang toe te passen, geoordeeld dat appellant geen procesbelang heeft. Appellant beoogt met deze procedure te bereiken dat het besluit van burgemeester en wethouders waarin zijn verzoek tot toepassing van bestuursdwang is afgewezen, wordt vernietigd en dat alsnog een besluit tot handhaving wordt genomen. Hij heeft derhalve belang bij deze procedure. De rechtbank had moeten beoordelen of het bestreden besluit in rechte stand kon houden.

    2.3. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. De aangevallen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT