Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 1 de Octubre de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Octubre de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

sector bestuursrecht

tweede kamer, meervoudig

Reg. nr. AWB 01/147 BELEI

UITSPRAAK

als bedoeld in artikel 8:77

van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Uitspraak in het geding tussen

de Algemene Stichting Bejaardenzorg, gevestigd te 's-Gravenhage, eiseres,

en

de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, verweerder.

Ontstaan en loop van het geding

Bij besluit van 21 juli 2000 heeft verweerder in het kader van de zogenoemde prestatienormering huursubsidie voor het subsidiejaar 1 juli 1998 -1 juli 1999 op grond van artikel 44 van de Huursubsidiewet (HSW) bij de stichting van eiseres (hierna ook: ABS) over dat jaar een bijdrage van f. 12.486,-- in rekening gebracht.

Tegen dit besluit is namens eiseres bij schrijven van 29 augustus 2000 bezwaar gemaakt bij verweerder.

Bij besluit van 30 november 2000 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Tegen dat besluit is namens eiseres bij schrijven van 9 januari 2001 beroep ingesteld.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en bij schrijven van 14 februari 2001 een verweerschrift ingediend.

Het beroep is behandeld ter zitting op 12 juli 2001.

Eiseres heeft zich daarbij laten vertegenwoordigen door D.H. Stenferth, algemeen directeur. Namens verweerder zijn verschenen mr. R. Vrijman, mr. M.J.C. van Amerongen en dr. H.C. Rietman.

Motivering

In dit geding dient de rechtbank de vraag te beantwoorden of het bestreden besluit in rechte stand kan houden.

In de HSW is, voorzover hier van belang, het volgende bepaald:

Artikel 1, aanhef en onder i:

In deze wet en de bepalingen die daarop berusten wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 12:

1. Geen huursubsidie wordt toegekend als de huurder van een woning naar het oordeel van Onze Minister, op het tijdstip dat de huur ingaat, het gebruik had kunnen krijgen of behouden van een andere woning die beter past bij zijn economische en persoonlijke omstandigheden.

2. Het eerste lid kan slechts worden toegepast nadat burgemeester en wethouders door Onze Minister in de gelegenheid zijn gesteld advies uit te brengen. Bij algemene maatregel van bestuur kan nader worden bepaald:

a. in welke gevallen een zodanig advies in ieder geval moet worden uitgebracht, ook zonder dat daartoe een verzoek is gedaan en

b. op welke wijze burgemeester en wethouders aan hun adviestaak uitvoering geven.

3. Onze Minister volgt in zijn besluit het advies van burgemeester en wethouders, behoudens de mogelijkheid tot afwijking van een voor de huurder negatief advies in uitzonderlijke gevallen.

Artikel 41:

1. Onze Minister stelt telkenjare, voor 1 mei, de huursubsidie-uitgavennorm vast voor het daarop volgende subsidiejaar.

2. De huursubsidie-uitgavennorm geeft weer hoe het totaal van de uitgaven, voortvloeiend uit de uitvoering van deze wet, zich in dat subsidiejaar dient te verhouden tot het totaal van die uitgaven in het laatste subsidiejaar dat is geÎindigd, uitgaande van een gelijkblijvend aantal huurders waaraan huursubsidie wordt toegekend.

3. De huursubsidie-uitgavennorm wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

4. Onze Minister maakt de uit de huursubsidie-uitgavennorm

voortvloeiende verplichtingen voor een gemeente uiterlijk 1 januari van het betreffende subsidiejaar bekend aan die gemeente.

Artikel 42:

1. Burgemeester en wethouders en de in de gemeente werkzame verhuurders bevorderen dat de ontwikkeling van het totaal van de uitgaven, voortvloeiend uit de uitvoering van deze wet, welke ten goede komen aan de in de gemeente woonachtige huurders, de huursubsidie-uitgavennorm niet overschrijdt.

2. Daartoe kunnen burgemeester en wethouders en in die gemeente werkzame verhuurders, dan wel in die gemeente werkzame huurders onderling, afspraken maken omtrent het gezamenlijk voldoen aan de huursubsidie-uitgavennorm door de betrokken verhuurders. Als de afspraken worden gemaakt door verhuurders onderling, delen zij uiterlijk 15 september aan burgemeester en wethouders mee welke verhuurders dat subsidiejaar aan de afspraken deelnemen. Uiterlijk 1 oktober delen burgemeester en wethouders aan Onze Minister mee welke verhuurders dat subsidiejaar aan de afspraken deelnemen.

Artikel 43:

1. Als Onze Minister constateert dat in een gemeente over enig subsidiejaar de huursubsidie-uitgavennorm wordt overschreden, stelt hij een nader onderzoek in, bij welk verhuurders deze overschrijding zich in het bijzonder heeft voorgedaan. Bij dit onderzoek worden slechts verhuurders betrokken die:

a. op de eerste dag van het betrokken subsidiejaar in de betrokken gemeente 25 of meer woningen beheerden ten aanzien waarvan huursubsidie werd toegekend, en

b. als zij zijn genoemd in een mededeling als bedoeld in artikel 42, tweede lid: als de in die mededeling genoemde verhuurders als groep de huursubsidie-uitgavennorm overschrijden.

Artikel 44:

1. De verhuurder, bedoeld in artikel 43, die met betrekking tot de door hem in de gemeente verhuurde woningen waarvoor huursubsidie werd toegekend de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT