Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Almelo, 20 de Noviembre de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Noviembre de 2001
Uitgevende instantie:Rechtbank Almelo

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ALMELO

Sector Bestuursrecht - Meervoudige Kamer

Registratienummer: 01/311 BESLU H1 A

UITSPRAAK

in het geschil tussen:

Woningstichting St. Joseph, gevestigd te Almelo, eiseres,

gemachtigde: mr. N.S.J. Koeman, advocaat te Amsterdam,

en

De Staatssecretaris van VROM, verweerder.

  1. Aanduiding bestreden besluit

    Besluit van verweerder d.d. 9 maart 2001.

  2. De feiten en het verloop van de procedure

    Op 9 mei 2000 heeft eiseres verweerder gemeld dat zij voornemens is nevenactiviteiten te verrichten middels 55% deelneming van een door haar op te richten beheermaatschappij, STJA Beheer B.V., in twee andere ondernemingen, te weten Makelaarskantoor de Schakel BV en Hypotheekkantoor de Schakel BV. De uitbreiding met deze nevenactiviteiten acht eiseres noodzakelijk om de omvangrijke volkshuisvestelijke opgaven op adequate wijze te kunnen uitvoeren en daarbij optimaal maatschappelijk rendement te kunnen genereren. Eiseres verzoekt verweerder tevens om toestemming te verlenen voor deze activiteiten.

    Op 1 augustus 2000 bericht verweerder eiseres dat hij de voorgenomen deelname niet in het belang van de volkshuisvesting acht. Op grond daarvan geeft verweerder eiseres een aanwijzing als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Besluit beheer sociale-huursector (hierna te noemen het BBSH) inhoudende de voorgenomen deelname in Makelaarskantoor de Schakel BV en Hypotheekkantoor de Schakel BV achterwege te laten.

    Tegen dit besluit dient eiseres op 11 september 2000 een bezwaarschrift in. De nadere gronden voor het bezwaarschrift worden ingediend op 16 oktober 2000. Naar aanleiding van het bezwaarschrift besluit verweerder op 9 maart 2001 het in het bestreden besluit van 1 augustus 2000 vervatte standpunt dat het voornemen van eiseres niet past in de circulaire MG 99-23, te handhaven. Tevens deelt verweerder eiseres mede dat dit feitelijk betekent dat zij haar voornemen tot overname van de makelaardij niet mag uitvoeren en dat, als ze dit oordeel naast zich neerlegt, verweerder een aanwijzing zal geven.

    Op 19 april 2001 stelt eiseres tegen dit besluit beroep in. Eiseres vult het beroepschrift vervolgens aan op 18 mei 2001. Verweerder heeft op 5 juli 2001 een verweerschrift ingediend.

    Het beroep is behandeld ter openbare zitting van de rechtbank van 4 oktober 2001, waar eiseres is verschenen in de persoon van J.C. Kampst en A.M.J. Braakhuis, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door mevrouw mr. drs. C.Y. Molenaar - Mandersloot.

  3. Overwegingen

    In geschil is de vraag of het besluit van 9 maart 2001 in rechte in stand kan blijven. Eiseres is van mening dat de circulaire MG 99-23 en het besluit van 9 maart 2001 in strijd zijn met de Woningwet en het BBSH. Bovendien is het bestreden besluit naar de mening van eiseres in strijd met de in de circulaire MG 99-23 vervatte beleidsregel.

    De rechtbank overweegt als volgt.

    In artikel 70d van de Woningwet is bepaald:

  4. De toegelaten instellingen staan onder toezicht van Onze Minister, behoudens artikel 71a, eerste lid, aanhef en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT