Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Gravenhage, 2 de Abril de 2002

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Abril de 2002
Uitgevende instantie:'s-Gravenhage

Rechtbank 's-Gravenhage

sector bestuursrecht

vreemdelingenkamer, meervoudig

__________________________________________________

UITSPRAAK

ingevolge artikel 8:77 Algemene wet bestuursrecht

__________________________________________________

Reg.nr : AWB 00/69949 VRWET

Inzake : A, eiser, woonplaats kiezende ten kantore van zijn gemachtigde, mr. C.F. Roza, advocaat te Zwolle,

tegen : de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,

gemachtigde mr. A.W. van Leeuwen, advocaat te Den Haag.

  1. PROCESVERLOOP

    1. Eiser stelt dat hij is geboren op [...] 1964 en de Afghaanse nationaliteit bezit. Hij verblijft sedert 1 juli 1999 als vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet in Nederland. Op 6 juli 1999 heeft hij een aanvraag ingediend om toelating als vluchteling. Hierop heeft verweerder op 10 maart 2000 afwijzend beslist, onder verlening aan eiser van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (vvtv) met ingang van 6 juli 1999. Eiser heeft tegen de afwijzing van zijn aanvraag een bezwaarschrift ingediend. Op 2 oktober 2000 is hij ter zake zijn bezwaar gehoord door een ambtelijke commissie. Verweerder heeft op 3 november 2000 het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

    2. Bij schrijven van 7 november 2000 heeft eiser tegen dit besluit een beroepschrift ingediend bij de rechtbank. Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en bij verweerschrift geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid, dan wel ongegrondverklaring van het beroep.

    3. De openbare behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 25 april 2001.

      Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn - toenmalige -gemachtigde, mr. E.R.T. Tromp. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, mr. P.J. de Vries. Als tolk was aanwezig, dhr. H.C. Khanna.

    4. Ter zitting is het onderzoek geschorst. Verweerder heeft op 1 juni 2001 opnieuw een verweerschrift ingediend. Eiser heeft hierop bij brief van 21 juni 2001 gereageerd. Het beroep is opnieuw behandeld ter (meervoudige) zitting van 5 maart 2002. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was aanwezig voornoemde H.C. Khanna, tolk.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Op 1 april 2001 is in werking getreden de Wet van 23 november 2000 tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000, hierna Vw 2000), Stb. 2000, 495.

      Ingevolge artikel 83 Vw 2000 houdt de rechtbank bij de beoordeling van het beroep rekening met feiten en omstandigheden die na het bestreden besluit zijn opgekomen, tenzij de goede procesorde zich daartegen verzet of de afdoening van de zaak daardoor ontoelaatbaar wordt vertraagd.

    2. Allereerst wordt het volgende overwogen. Bij (primair) besluit van 10 maart 2000 is eiser op grond van de - per 1 april 2001 ingetrokken - Vreemdelingenwet 1965 (Vw 1965) een vvtv verleend met ingang van 6 juli 1999. Deze vvtv is op grond van het bepaalde in artikel 115, zesde lid, Vw 2000 per 1 april 2001, onder handhaving van de geldigheidsduur, aangemerkt als een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd (vv-bt) als bedoeld in artikel 28 Vw 2000, te weten een vv-bt asiel.

      De aanvraag van eiser om toelating als vluchteling is door verweerder afgewezen, welke afwijzing bij de beslissing op bezwaar van 3 november 2000 is gehandhaafd. Tegen deze afwijzing, genomen onder vigeur van de Vw 1965, richt zich het beroep van eiser.

    3. Verweerder stelt zich blijkens de stukken en het verhandelde ter zitting van respectievelijk 25 april 2001 en 5 maart 2002 primair op het standpunt dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, aangezien eiser geen belang (meer) heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de afwijzing van zijn aanvraag om toelating als vluchteling. Eiser beschikt immers van rechtswege per 1 april 2001 over een vv-bt asiel. Bij vernietiging van het - in bezwaar gehandhaafde - besluit tot afwijzing van de aanvraag om toelating als vluchteling zou verweerder in het kader van de alsdan nieuw te nemen beslissing op bezwaar op grond van de Vw 2000 slechts een vv-bt asiel, die eiser thans al heeft, kunnen verlenen. Het wettelijk stelsel van de Vw 2000 laat volgens verweerder geen ruimte om anders te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT