Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 12 de Abril de 2002

Datum uitspraak12 de Abril de 2002
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 36.059

12 april 2002

JV

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van FinanciÎn tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 5 januari 2000, nr. 96/02642, betreffende na te melden aan X2 te Q opgelegde naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting.

  1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof

    Aan belanghebbende is ter zake van de verkrijging van de economische eigendom van een onroerende zaak een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 3852, zonder verhoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

    Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

    Het Hof heeft de bestreden uitspraak en de naheffingsaanslag vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    De Staatssecretaris van FinanciÎn heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

    De Advocaat-Generaal P.J. Wattel heeft op 15 maart 2001 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie.

  3. Beoordeling van de middelen

    3.1 Voor de feiten waarvan in cassatie kan worden uitgegaan, wordt verwezen naar hetgeen in de uitspraak van het Hof onder 2.1 en 2.2 is vermeld.

    3.2. Voor het Hof hield partijen onder meer verdeeld de vraag of op grond van de in de notariÎle akte van 29 december 1995 neergelegde overeenkomst enig risico van tenietgaan als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (tekst van 31 maart 1995, 18.00 uur, tot 12 november 1999, 18.00 uur; hierna: de Wet) van de grond op belanghebbende is overgegaan.

    Het Hof heeft geoordeeld dat grond als gevolg van natuurrampen, milieuvervuiling en andere dergelijke omstandigheden waardoor de grond als zodanig niet bruikbaar meer is, teniet kan gaan in de zin van voormelde bepaling en dat de omstandigheid dat dergelijke omstandigheden zich in de praktijk niet vaak zullen voordoen daaraan niet afdoet. Het Hof heeft vervolgens geoordeeld dat het risico van tenietgaan van de grond in casu bij de verkoper is achtergebleven, waardoor het belastbare feit van artikel 2, lid 2, van de Wet, zich niet heeft voorgedaan.

    Het eerste middel richt zich tegen voormelde oordelen van het Hof met het betoog dat bij grond aan het risico van tenietgaan als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Wet geen zelfstandige betekenis toekomt omdat dat risico vrijwel nihil is. Het middel faalt, aangezien voormelde oordelen geen blijk geven van een onjuiste opvatting van het begrip 'enig risico van (...) tenietgaan' als bedoeld in artikel 2, lid 2, van de Wet, en, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, voor het overige in cassatie niet op hun juistheid kunnen worden getoetst. Zij zijn ook niet onvoldoende gemotiveerd.

    3.3. Het Hof heeft voorts geoordeeld dat de besparing van belasting die belanghebbende heeft gerealiseerd doordat het belastbare feit van artikel 2, lid 2, van de Wet zich niet heeft voorgedaan, niet leidt tot strijd met doel en strekking van de Wet, nu de wetgever blijkens de wetsgeschiedenis uitdrukkelijk niet als belastbaar feit in de zin van de overdrachtsbelasting heeft willen aanmerken de overeenkomst waarbij niet enig risico van tenietgaan van de onroerende zaak op de koper overgaat.

    Het tweede middel, dat zich tegen dit oordeel richt, faalt, aangezien dit oordeel juist is.

  4. Proceskosten

    De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met nummer 36056, 36057 en 36058 met de onderhavige zaak samenhangen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

  5. Beslissing

    De Hoge Raad:

    verklaart het beroep ongegrond, en

    veroordeelt de Staatssecretaris van FinanciÎn in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op een vierde van € 966, derhalve € 241,50 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

    Dit arrest is gewezen door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren P.J. van Amersfoort en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2002.

    Van de Staat wordt ter zake van het door de Staatssecretaris van FinanciÎn ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 327.

    Nr. 36.058 en Nr. 36.059

    mr Wattel

    Derde Kamer B

    Overdrachtsbelasting 1996

    15 maart 2001

    Conclusie inzake:

    de Staatssecretaris van FinanciÎn

    tegen

    X-1 en X-2

    Edelhoogachtbaar College,

    1 Feiten en geschil

    1.1 Deze zaken gaan om twee vragen:

    - kan men (niet-verwaarloosbaar) risico lopen ter zake van het teniet gaan van grond (kan grond teniet gaan?) en kan dat risico achterblijven bij de verkoper van de economische eigendom van de grond zodanig dat geen sprake is van economische eigendomsoverdracht in de zin van art. 2, lid 2 Wet op belastingen van rechtsverkeer (Wet BvR)(1) (tekst 1995)? Uw arrest van 3 november 1999, BNB 2000/23, met conclusie Moltmaker en noot Zwemmer, geeft daaromtrent geen uitsluitsel omdat die zaak een woonhuis betrof. Woonhuizen kunnen teniet gaan;

    - is van door de rechter te corrigeren handelen in fraudem legis sprake indien de belastingplichtige gebruik maakt van een door de wetgever zelf als mogelijk gebrekkig aangemerkte definitie van economische eigendomsoverdracht in een wetsbepaling die de wetgever juist invoerde om oneigenlijk gebruik van economische eigendomsoverdracht (ontwijking van overdrachtsbelasting) te stoppen?

    1.2 Volgens een notariÎle akte van 9 november 1995 (hierna: de akte) heeft B (hierna: de verkoper), onder het voorbehoud van het levenslang persoonlijk recht van gebruik te zijnen behoeve, drie percelen in "economische eigendom" overgedragen aan zijn kinderen, te weten X-2, X-1 en A, die onder dit voorbehoud in "economische eigendom" hebben aanvaard, ieder voor het onverdeeld ÈÈn/derde gedeelte. De twee cassatieberoepen betreffen de verkrijgingen door twee van de drie kinderen, X-1 (zoon/broer) en X-2 (dochter/zus), hierna gezamenlijk aan te duiden als de belanghebbenden of de kopers.

    1.3 Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch heeft de zaak van broer beslist conform zijn beslissing in de samenhangende zaak van zus. Nu de zaken hetzelfde feitencomplex betreffen, betreft deze conclusie beide cassatieberoepen.

    1.4 De overgedragen grond bestaat uit een perceel cultuurgrond, een gedeeltelijk woest en gedeeltelijk in cultuur gebracht stuk grond, en een perceel bos. De akte strekt tot uitvoering van een mondelinge overeenkomst van verkoop en koop van 9 juni 1995. De akte houdt onder meer in:

    GEBONDEN EIGENDOM

    Geen van de deelgenoten kan over zijn aandeel in het gemeenschappelijk goed beschikken.

    BEPALINGEN ECONOMISCHE EIGENDOMSOVERDRACHT

    De economische eigendomsoverdracht is geschied onder de volgende bepalingen:

    1. Onder voorbehoud van gemeld persoonlijk levenslang recht van gebruik van het verkochte ten behoeve van de verkoper, gaat de economische eigendom van het verkochte op heden over op de koper, zodat vanaf heden het belang bij het verkochte bij koper berust. Het risico van het tenietgaan van het verkochte blijft bij verkoper. Koper verleent verkoper volledige vrijwaring voor verplichtingen die na heden terzake van het verkochte jegens derden ontstaan buiten eigen toedoen van verkoper, zoals de lasten en belastingen.

    2. Het verkochte wordt in economische zin aan koper overgedragen in de staat waarin het zich vandaag bevindt, met alle daaraan verbonden erfdienstbaarheden, onder gehoudenheid van koper tot nakoming van alle verplichtingen die verkoper koper moet opleggen, niet belast met beslagen en/of hypotheken, anders dan in deze akte vermeld.

    3. Koper aanvaardt het verkochte vandaag als volgt: het verkochte als gemeld belast met het persoonlijk recht van gebruik ten behoeve van verkoper, en wel gedurende het leven van verkoper.

    4.a. De juridische levering van het verkochte, ter bepaling door koper in zijn geheel of in gedeelten, zal plaatsvinden op eerste verzoek van koper op een door koper te bepalen tijdstip, onder door koper, mits met inachtneming van het bij deze akte overeengekomene, vast te stellen bepalingen.

    Zolang de verkoper nog genotsgerechtigde is van gemeld recht van gebruik, zal bij een juridische eigendomsoverdracht ten behoeve van verkoper worden voorbehouden het levenslang zakelijk recht van gebruik van het verkochte, eveneens met inachtneming van het in deze akte bepaalde.

    b. De juridische levering zal geschieden met inachtneming van het vorenstaande in volle en onvoorwaardelijke eigendom, vrij van hypotheken en beslagen, anders dan in deze akte vermeld.

    c. De afzonderlijk op te maken notariÎle akte van levering zal worden verleden voor een door de koper aan te wijzen notaris, diens plaatsvervanger of opvolger.

    d. Koper is bevoegd vanaf heden met betrekking tot het beheer van - en de beschikking over - het verkochte alle besluiten te nemen en op eigen naam en voor eigen rekening met betrekking daartoe alle rechtshandelingen te verrichten, evenwel met inachtneming van het voorbehouden recht van gebruik (...) ten behoeve van verkoper.

    Indien en voorzover met betrekking tot deze besluiten of rechtshandelingen enig handelen van verkoper als juridisch eigenaar noodzakelijk, dan wel naar het redelijk oordeel van koper gewenst is, zal verkoper op eerste verzoek van koper die handelingen verrichten. Verkoper zal zich ervan onthouden met betrekking tot het verkochte enige rechtshandeling te verrichten, behoudens indien schriftelijke toestemming van koper is verkregen, danwel naar redelijk oordeel het waarnemen der zaken van koper zulks vergt.

    VOLMACHT

    a. Als onverbrekelijk onderdeel van deze overeenkomst geeft verkoper bij deze aan koper onherroepelijk volmacht (...) om de juridische levering van het verkochte...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT