Verzet van Council of State (Netherlands), 3 de Abril de 2002

Datum uitspraak 3 de Abril de 2002
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

Raad

van State

200104020/3

Datum uitspraak: 3 april 2002

Afdeling

bestuursrechtspraak

Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht)

van:

A, wonend te B,

opposant.

  1. Procesverloop

    Bij uitspraak van 29 november 2001, in zaak no. 200104020/2, heeft de Afdeling na vereenvoudigde behandeling het door opposant ingediende verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft opposant bij brief van 3 januari 2002, bij de Raad van State ingekomen op 4 januari 2002, verzet gedaan. Deze brief is aangehecht.

    De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige,

  2. Overwegingen

    2.1. In verzet heeft opposant herhaald dat de uitspraak van de Afdeling van 25 juli 2001 in zaak no. 200001618/1 [LJN url('AA3093',http://www.rechtspraak.nl/uitspraak/show_detail.asp?ui_id=27480)] op onjuiste gronden is gebaseerd en heeft daarbij gewezen op de betekenis van artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: het EVRM).

    2.2. In het kader van het verzoek om herziening heeft opposant naar voren gebracht dat in genoemde uitspraak van 25 juli 2001 zijns inziens ten onrechte is overwogen dat het oordeel van de rechtbank dat de door het College van Beroep gehanteerde toetsingsmaatstaf niet onjuist is, in hoger beroep niet is bestreden. In de uitspraak van 29 november 2001 is geoordeeld dat geen sprake is van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb). Gelet op die uitspraak, ziet de Afdeling in hetgeen thans naar voren is gebracht, geen grond om het verzet gegrond te achten.

    2.3. Het betoog van opposant dat er op neer komt dat het bepaalde in artikel 8:88 van de Awb buiten toepassing moet blijven in verband met het bepaalde in artikel 6 jan het EVRM, kan niet worden gevolgd. Opposant heeft in twee instanties toegang gehad tot een tot oordelen bevoegde onafhankelijke en onpartijdige rechter. Artikel 8:88 van de Awb is een bijzonder rechtsmiddel dat aan partijen ter beschikking staat om herziening van een rechterlijke uitspraak te verzoeken indien sprake is van de in dit artikel genoemde gronden. Er is geen enkele grond voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT