Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Ondernemingskamer, 9 de Julio de 2002

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 9 de Julio de 2002
Uitgevende instantie:Ondernemingskamer

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

ONDERNEMINGSKAMER

BESCHIKKING van 9 juli 2002 in de zaak met rekestnummer 87/2002 OK van:

DE DEELNEMERSRAAD VAN DE STICHTING PENSIOENFONDS PROTECTOR,

gevestigd te Breda,

VERZOEKER,

advocaten en procureurs: mr. A.C.M. Kuypers en mr. C.P.R.M. Dekker,

t e g e n

DE COMMISSIE VAN TOEGETREDEN ONDERNEMINGEN VAN DE STICHTING PENSIOENFONDS PROTECTOR,

gevestigd te Breda,

VERWEERSTER,

advocaten: mr. A.G. Castermans en mr. D. den Hertog,

procureur: mr. L.P. Broekveldt.

  1. Het verloop van het geding

    1.1 Bij op 24 januari 2002 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties heeft verzoeker (hierna ook de deelnemersraad te noemen) de Ondernemingskamer verzocht

    (a) te verklaren dat de Commissie van toegetreden ondernemingen van Stichting Pensioenfonds Protector (hierna ook CTO te noemen) bij de afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid heeft kunnen komen tot haar besluit van 28 november 2001 met betrekking tot de vaststelling van een duurtetoeslag met ingang van 1 december 2001;

    (b) CTO te verplichten het besluit van 28 november 2001 geheel of ten dele in te trekken, alsmede om de door de Ondernemingskamer aan te wijzen gevolgen van dat besluit ongedaan te maken;

    (c) CTO te verplichten een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de overwegingen van de Ondernemingskamer, waaronder begrepen een nieuw besluit tot toekenning van een duurtetoeslag conform de in het verleden gevolgde bestendige gedragslijn en bij de gepensioneerden gewekte verwachtingen;

    (d) CTO te veroordelen in de kosten van dit geding welke kosten ten laste zullen komen van de stichting.

    1.2 Bij op 5 maart 2002 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties heeft CTO de verzoeken bestreden en de Ondernemingskamer verzocht - zakelijk weergegeven - het verzoek af te wijzen.

    1.3 De advocaten hebben de standpunten van partijen toegelicht ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 14 maart 2002, mede aan de hand van aan de Ondernemingskamer overgelegde pleitnotities. Bij die gelegenheid hebben de advocaten van de deelnemersraad nog producties in het geding gebracht.

    1.4 De inhoud van de gedingstukken, waaronder de pleitnotities, wordt als hier herhaald en ingelast beschouwd.

  2. De vaststaande feiten

    De Stichting Pensioenfonds Protector en haar organen

    2.1 De Stichting Pensioenfonds Protector - hierna aan te duiden als de stichting en in voorkomend geval als het fonds - is een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 lid 1 onderdeel c van de Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW).

    2.2 Blijkens haar statuten - laatstelijk vastgesteld bij notariÎle akte van 5 februari 2002 - stelt de stichting zich ten doel het toekennen van aanspraken op onderscheidenlijk het uitkeren van pensioenen aan deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden en hun partners, onderscheidenlijk voormalige partners en hun weduwen en wezen van de bij het fonds aangesloten ondernemingen, welke alle behoren tot het Esso-concern.

    2.3 Op grond van haar statuten kent de stichting drie organen: het bestuur, CTO en de deelnemersraad.

    2.4 Het bestuur bestaat uit acht leden die allen deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde zijn. Er zijn vier bestuursleden A, welke worden benoemd door CTO, en vier bestuursleden B, die telkens voor perioden van vier jaar worden gekozen. Drie bestuursleden B worden gekozen door de deelnemers; ÈÈn bestuurslid B wordt gekozen uit en door de gepensioneerden. Het bestuur vervult de taken die hem worden opgelegd door de PSW, de statuten en de reglementen.

    2.5 CTO is het door de toegetreden ondernemingen in onderling overleg benoemde orgaan dat ingevolge artikel 4 lid 2 van de statuten van de stichting tot taak heeft al datgene te verrichten dat door de statuten en het reglement aan CTO wordt opgedragen.

    2.6 De deelnemersraad, die sinds 2000 bestaat, telt minimaal zes en maximaal acht leden, waarbij deelnemers en gepensioneerden naar evenredigheid moeten zijn vertegenwoordigd. Blijkens artikel V van het Reglement voor de Deelnemersraad zijn aan de deelnemersraad de rechten en bevoegdheden toegekend die de PSW aan deelnemersraden bij ondernemingspensioenfondsen toekent.

    2.7 De stichting werkt ingevolge artikel 3 lid 2 van haar statuten volgens een door het bestuur vastgestelde actuariÎle en bedrijfstechnische nota.

    2.8 Ingevolge artikel 10 lid 1 van de statuten van de stichting richt het bestuur zich bij de vervulling van zijn taak naar de belangen van de bij de stichting betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, gepensioneerden en overige belanghebbenden en zorgt het ervoor dat dezen zich door het bestuur op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen.

    2.9 Tot de bevoegdheden van het bestuur behoort ingevolge artikel 17 van de statuten van de stichting voorts de bevoegdheid de statuten en/of het reglement te wijzigen, met dien verstande dat het van kracht zijnde pensioensysteem of de grondslagen daarvan slechts dan geheel of gedeeltelijk mogen en moeten worden veranderd of vervangen, indien CTO deze wijzigingen noodzakelijk oordeelt uit overwegingen van pensioenbeleid, daarbij inbegrepen de financiering van de pensioenaanspraken. Dergelijke veranderingen of vervangingen mogen geen afbreuk doen aan de rechten van de belanghebbenden, verkregen tot aan de datum waarop de verandering of vervanging van kracht wordt.

    Relevante bepalingen uit statuten en reglementen van de stichting

    2.10 Het bestuur van de stichting heeft op 23 februari 2000 een nieuw pensioenreglement vastgesteld, dat in werking is getreden op 1 juli 1997. In dit pensioenreglement zijn de pensioenaanspraken omschreven. Wat het ouderdomspensioen betreft gaat het hierbij, kort gezegd, om een eindloonregeling op basis van het gemiddeld genoten salaris gedurende de laatste twaalf maanden voor de pensioendatum en een opbouwpercentage van 1,8% per jaar. De werknemer kan met pensioen vanaf 60 jaar zonder dat een korting wordt toegepast.

    2.11 Met betrekking tot de financiering van het pensioen bepaalt artikel 12 van de statuten onder meer het volgende: 1. De financiering van de pensioenaanspraken geschiedt zodanig dat de aan het eind van enig kalenderjaar vastgestelde contante waarde van de toekomstige pensioenuitkeringen, voor zover de rechten op pensioen dan reeds verworven zijn, verhoogd met een opslag voor administratiekosten en extra waarborgen door vermogen is gedekt. (...) De inkomsten van de Stichting bestaan uit: a. bijdragen van de Deelnemers; b. stortingen en bijdragen van de Toegetreden Ondernemingen; c. opbrengst van de beleggingen van de Stichting; d. toevallige baten.

    2.12 Artikel 26 van het pensioenreglement houdt onder het hoofdje "Financiering" onder meer het volgende in: 1. De deelnemer is gedurende het deelnemerschap gehouden maandelijks de navolgende bijdragen te storten: (...). 3. Na afloop van elk boekjaar wordt met inachtneming van het gestelde in artikel 11 (vermoedelijk is bedoeld: 12; Ondernemingskamer) van de statuten en de actuarieel en bedrijfstechnische nota vastgesteld, of de over dat boekjaar opgemaakte verlies- en winstrekening een overschot of een tekort laat zien. Ingeval er een tekort is, zorgen de toegetreden ondernemingen er voor dat ieders aandeel in dat tekort uiterlijk 3 maanden na afloop van ieder boekjaar wordt aangevuld. 4. Indien er een overschot is, staat dat overschot ter beschikking van de toegetreden ondernemingen. De Commissie zal uiterlijk drie maanden na afloop van het betrokken boekjaar beslissen op welke wijze over een dergelijk overschot beschikt zal worden. Alvorens een beslissing ten aanzien van deze zaak te nemen zullen de toegetreden ondernemingen met het bestuur van gedachten wisselen teneinde de visie van het bestuur te vernemen en in de besluitvorming te betrekken. (...). 7. In aanvulling op het bepaalde in lid 3, 4, 5 en 6 wordt na afloop van elk kwartaal bepaald, en dit aan de hand van een tussentijdse vergelijking van de bezittingen en de schulden of er na de betaling door de toegetreden ondernemingen van een voorschot op een eventueel tekort, alsnog van een tekort sprake is. Indien dit laatste het geval is, zullen de toegetreden ondernemingen ieders aandeel in dat tekort uiterlijk 3 maanden na afloop van het betreffende kwartaal aanvullen. Het eventuele tekort wordt vastgesteld conform het bepaalde in de actuariÎle en bedrijfstechnische nota.

    2.13 Artikel 28 van het pensioenreglement houdt onder het hoofdje "Toeslagen" kort gezegd in dat indien CTO besluit tot indexering, toeslagen zullen worden verleend op de pensioenaanspraken, ingegane pensioenen en premievrije aanspraken. De statuten en reglementen bevatten overigens geen specifieke bepalingen inzake indexering.

    In het verleden toegekende duurtetoeslagen

    2.14 Bij brief gedateerd januari 1980 en kennelijk gericht aan gepensioneerden, hebben de directie van Esso Nederland B.V. en de stichting meegedeeld: (...) dat ook voor het jaar 1980 een duurtetoeslag op het pensioeninkomen zal worden verleend. Deze toeslag zal uitsluitend worden toegekend aan gepensioneerden van vÛÛr 1979. Met betrekking tot de berekening van de duurtetoeslag voor 1980 vermelden wij, dat voor wat betreft het deel, dat hieronder als de verhoging (1980) wordt omschreven, wordt uitgegaan van dezelfde principes als die welke voor de berekening van de verhoging van de duurtetoeslag (1979) golden. E.e.a. werkt als volgt uit: - De verhoging zal worden gebaseerd op de stijging van het geschoonde prijsindexcijfer over de periode december 1978/december 1979, doch zal niet meer mogen bedragen dan hetgeen de actieve employÈ's als compensatie voor gestegen kosten van levensonderhoud in 1979 is toegekend, t.w. 3,7%. Daar de stijging van het geschoonde prijsindexcijfer (...) meer bedroeg, zal de verhoging van de duurtetoeslag dus worden gebaseerd op 3,7%. - Het pensioeninkomen (...) wordt tot een bepaald bedrag gecompenseerd met 3,7%. (...). Het deel van het pensioeninkomen dat boven deze bedragen uitgaat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT