Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 6 de Diciembre de 2002

Datum uitspraak 6 de Diciembre de 2002
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 37.580

6 december 2002

S

gewezen op het beroep in cassatie van Stichting X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 12 juni 2001, nr. P00/2615, betreffende na te melden navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting.

  1. Navorderingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof

    Aan belanghebbende is voor het jaar 1993 een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd tot een aanslag naar een belastbaar bedrag van f 201.180.

    Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

    Het Hof heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Staatssecretaris van FinanciÎn heeft een verweerschrift ingediend.

    Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

  3. Beoordeling van de middelen

    3.1. Belanghebbende, een stichting, heeft volgens haar statuten ten doel het aan een ieder bieden van de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs tot bewustzijnsverdieping. Dit doel tracht zij te bereiken door het geven van onderwijs, therapie, training en scholing en het oprichten en in stand houden van therapeutische leefgemeenschappen.

    Belanghebbende doneert jaarlijks f 100.000 aan de door een bestuurder van belanghebbende opgerichte stichting H. Stichting H heeft onder meer ten doel het treffen van een oudedagsvoorziening voor personen die vrijwillig activiteiten hebben verricht voor belanghebbende.

    3.2. Tussen partijen was onder meer in geschil of belanghebbende bij het verrichten van haar activiteiten streeft naar winst. Het Hof heeft dienaangaande geoordeeld dat, gelet op de feitelijke financiÎle ontwikkelingen bij belanghebbende - waarbij het Hof wijst op de omstandigheid dat het eigen vermogen van belanghebbende, met name door de behaalde exploitatieoverschotten, in de jaren 1994 tot en met 1996 van f 377.610 is doorgegroeid tot f 522.962 - de activiteiten van belanghebbende zijn gericht op het behalen van winst. De ter zitting van het Hof aangevoerde argumentatie van belanghebbende dat haar op 31 december 1999 een naheffingsaanslag loonbelasting is opgelegd ter grootte van f 418.145, dat, nu het onmogelijk is om eventueel verschuldigde loonbelasting op de desbetreffende personen te verhalen, die...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT