Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Alkmaar, 12 de Diciembre de 2002

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Diciembre de 2002
Uitgevende instantie:Alkmaar

Rechtbank 's-Gravenhage

nevenzittingsplaats Alkmaar

enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

artikel 8:70 Algemene wet bestuursrecht (Awb)

jo artikel 71 Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)

reg.nr: AWB 01/55306

inzake: A, geboren op [...] 1980, van Sierraleoonse nationaliteit, wonende te B, eiser,

gemachtigde: mr. H.C. van Asperen, advocaat te Rotterdam,

tegen: de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, verweerder,

gemachtigde: mr. P.E.G. Heijdanus Meershoek, ambtenaar bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie.

  1. Procesverloop

    1. Op 30 maart 2000 heeft eiser een aanvraag om toelating als vluchteling ingediend. Bij besluit van 9 oktober 2000, uitgereikt op 3 november 2000, heeft verweerder de aanvraag om toelating als vluchteling niet ingewilligd vanwege de kennelijke ongegrondheid ervan en heeft verweerder ambtshalve overwogen geen aanleiding te zien een vergunning tot verblijf vanwege klemmende redenen van humanitaire aard te verlenen. Bij bezwaarschrift van 27 november 2000 heeft eiser tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verweerder heeft eiser om beleidsmatige redenen uitstel van vertrek verleend. Bij besluit van 26 september 2001 heeft verweerder het bezwaar gegrond verklaard en eiser een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 29, eerste lid en sub c Vw 2000 verleend, ingaande 30 maart 2000.

    2. Bij beroepschrift van 19 oktober 2001, aangevuld bij brieven van 20 november 2001en 3 september 2002, heeft eiser tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank. Op 13 november 2001 zijn de op de zaak betrekking hebbende stukken van verweerder ter griffie ontvangen. In het verweerschrift van 23 augustus 2002 heeft verweerder geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep.

    3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2002. Eiser is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde.

  2. Standpunten partijen

    Eiser legt aan zijn beroep het volgende ten grondslag. Verweerder heeft bij het bestreden besluit vastgesteld dat de onder oud recht genomen primaire beslissing ondeugdelijk was en dat eiser met ingang van de datum van zijn aanvraag aanspraak had op een verblijfsvergunning om humanitaire redenen. Eiser is op grond van de hangende de bezwaarprocedure in werking getreden Vw 2000 bij het bestreden besluit in het bezit gesteld van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Indien verweerder bij het primaire besluit correct zou hebben beslist zou eiser onder de toentertijd geldende Vreemdelingenwet 1965 in het bezit zijn gesteld van een vergunning tot verblijf zonder beperkingen. Krachtens de conversiebepaling van artikel 115 Vw 2000 zou, indien eiser op 1 april 2001, de datum van inwerkingtreding van de Vw 2000, in het bezit van een dergelijke vergunning zou zijn geweest, deze vergunning zijn omgezet in een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT