Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Amsterdam, 21 de Febrero de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Febrero de 2003
Uitgevende instantie:Amsterdam

Rechtbank te 's-Gravenhage

zittinghoudende te Amsterdam

enkelvoudige kamer vreemdelingenzaken

Uitspraak

artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

jo artikel 71 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)

reg. nr.: AWB 02/5067 ONGEWN

inzake: A, geboren op [...] 1974, van Marokkaanse nationaliteit, wonende te B, eiser,

gemachtigde: mr. S. Mathoerapersad, advocaat te Amsterdam,

tegen: de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, voorheen de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,

gemachtigde: mr. A. Mearadji, juridisch medewerker bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn, advocaten en notarissen te 's-Gravenhage.

  1. PROCESVERLOOP

    1. Bij besluit van 21 december 1999 heeft verweerder eiser ongewenst verklaard. Bij bezwaarschrift van 17 januari 2000 heeft eiser tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Het bezwaar is bij besluit van 16 januari 2002 ongegrond verklaard.

    2. Bij beroepschrift van 18 januari 2002 heeft eiser tegen dit besluit beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft partijen meegedeeld het beroep versneld te zullen behandelen.

      De gronden van het beroep zijn ingediend bij brief van 19 februari 2002. Op 3 mei 2002 zijn de op de zaak betrekking hebbende stukken van verweerder ter griffie ontvangen. In het verweerschrift van 23 augustus 2002 heeft verweerder geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.

    3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2002. Eiser is aldaar vertegenwoordigd door mr. W. Hoebba, advocaat te Amsterdam en kantoorgenoot van eisers gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn voornoemde gemachtigde.

  2. VOORAFGAANDE FEITEN

    1. Op 11 augustus 1998 heeft eiser een aanvraag ingediend om verlening van een vergunning tot verblijf vanwege het feit dat hij al voor zijn twaalfde jaar bij zijn ouders in Nederland is komen wonen. Bij besluit van 15 september 1998 heeft verweerder deze aanvraag niet ingewilligd. Bij bezwaarschrift van 6 oktober 1998 heeft eiser tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 14 november 2001 (AWB 99/12090) is het beroep, gericht tegen het besluit tot het ongegrond verklaren van het bezwaar, ongegrond verklaard.

    2. Eiser is op 13 oktober 1974 in Nederland geboren. In 1976 heeft eiser, samen met zijn ouders, Nederland verlaten. In 1989 is eiser naar Nederland teruggekeerd, waarna hij hier tot 1990 heeft verbleven. Vervolgens heeft hij tien maanden bij zijn zuster in Belgi gewoond. Daarna is hij in 1991 wederom Nederland binnengekomen. Op 22 januari 1991 is eiser door een ambtelijke misslag ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) van de gemeente Amsterdam als zijnde in het bezit van de Nederlandse nationaliteit en is hij in het bezit gesteld van een Nederlands paspoort. Op 3 juni 1992 is deze ambtelijke misslag hersteld en is eiser ingeschreven in de GBA als zijnde in het bezit van de Marokkaanse nationaliteit.

    3. Toen eiser zich in oktober 1996 aanmeldde om de geldigheidsduur van zijn Nederlandse paspoort te verlengen, werd het Nederlandse paspoort door de behandelend gemeenteambtenaar ingenomen.

    4. Uit een uittreksel van het Justitieel Documentatieregister van 14 november 2001 is gebleken dat eiser bij uitspraak van de meervoudige strafkamer van de rechtbank te Amsterdam van 27 april 1994, onherroepelijk geworden op 12 mei 1994, is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT