Kort geding van Council of State (Netherlands), 25 de Junio de 2003

Datum uitspraak25 de Junio de 2003
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200200788/1.

Datum uitspraak: 25 juni 2003

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellante sub 1, gevestigd te [plaats],

2. [appellant sub 2], wonend te [woonplaats],

3. [appellant sub 3], wonend te [woonplaats],

4. [appellanten sub 4], wonend te [woonplaats],

5. [appellanten sub 5], wonend te [woonplaats],

6. [appellanten sub 6], gevestigd te [plaats]

7. [appellante sub 7], gevestigd te [plaats],

8. [appellanten sub 8], wonend te [woonplaats] respectievelijk te [plaats],

9. [appellanten sub 9a] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tuincentrum "Den Halve Put" B.V., wonend respectievelijk gevestigd te [plaats] (samen: [appellanten sub 9]),

10. [appellant sub 10], wonend te [woonplaats],

11. de vereniging "Golfclub De Dommel", gevestigd te Sint Michielsgestel,

12. de Stichting "Brabantse Milieufederatie", gevestigd te Tilburg, mede namens Het Groene Hart, gevestigd te Den Dungen en de Natuurgroep Gestel, gevestigd te Sint Michielsgestel (hierna: de BMF en anderen),

13. [appellante sub 13], gevestigd te [plaats],

en

het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant,

verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 31 mei 2001 heeft de gemeenteraad van Sint-Michielsgestel, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 mei 2001, het bestemmingsplan "Buitengebied Sint-Michielsgestel" vastgesteld.

Verweerder heeft bij zijn besluit van 15 januari 2002, kenmerk 766452, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan.

Tegen dit besluit hebben appellanten beroep ingesteld.

Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, heeft verweerder geen verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft een deskundigenbericht uitgebracht, gedateerd 26 november 2002. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 april 2003, waar appellanten in persoon zijn verschenen of zich hebben doen vertegenwoordigen. Appellanten sub 2 en sub 6 zijn niet verschenen. Ook verweerder en de gemeenteraad van Sint-Michielsgestel hebben zich doen vertegenwoordigen.

2. Overwegingen

2.1. Met het bestemmingsplan wordt beoogd een actuele planologische regeling te geven voor het buitengebied van de gemeente Sint-Michielsgestel. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het bestemmingsplan grotendeels goedgekeurd.

Ten aanzien van de ontvankelijkheid

2.2. [appellante sub 13] heeft haar beroepsgrond omtrent de te late tervisielegging van het vastgestelde plan niet binnen de in artikel 27, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 26 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gestelde termijn als bedenking ingebracht bij verweerder.

Ingevolge de artikelen 54, tweede lid, onder d, en 56, tweede lid, gelezen in samenhang met artikel 27, eerste en tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het goedkeuringsbesluit van het college van gedeputeerde staten door degene die tegen het plan tijdig bedenkingen heeft ingebracht bij het college van gedeputeerde staten. Dit is slechts anders voorzover het besluit van het college van gedeputeerde staten strekt tot onthouding van goedkeuring, dan wel indien een belanghebbende aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest bedenkingen in te brengen. Geen van deze omstandigheden doet zich voor. Het beroep van [appellante sub 13] is dan ook in zoverre niet-ontvankelijk.

2.3. De BMF en anderen voeren beroepsgronden aan tegen een plandeel met de bestemming "Recreatieve doeleinden -R-" met de nadere aanduiding "R11"(multifunctioneel sportcomplex), en tegen artikel 20, lid 4, onder d, op grond waarvan woningen die een inhoud hebben van 500 m3 of meer niet mogen worden uitgebreid. Appellanten hebben daaromtrent geen zienswijze tegen het ontwerpplan ingebracht bij de gemeenteraad. Ingevolge de artikelen 54, tweede lid, onder d, en 56, tweede lid, gelezen in samenhang met de artikelen 23, eerste lid, en 27, eerste en tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het goedkeuringsbesluit van het college van gedeputeerde staten, door degene die tegen het ontwerpplan een zienswijze bij de gemeenteraad heeft ingebracht. Dit is slechts anders voorzover de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, voorzover het besluit van het college van gedeputeerde staten strekt tot onthouding van goedkeuring, dan wel indien een belanghebbende aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest een zienswijze in te brengen. Geen van deze omstandigheden doet zich voor. Het beroep van de BMF en anderen is dan ook in zoverre niet-ontvankelijk.

2.4. De BMF en anderen voeren beroepsgronden aan tegen de planvoorschriften voorzover die volgens appellanten te ruime mogelijkheden bieden voor de oprichting van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en permanente kassen voor een tuincentrum of hoveniersbedrijf. Appellanten voeren ook beroepsgronden aan tegen het gebruik van de term "cultuurhistorisch waardevol object" in de planvoorschriften. Voorts voeren zij beroepsgronden aan tegen artikel 24, tweede lid, onder f, voorzover daarbij het tegen vergoeding houden van festiviteiten op de gronden met de bestemming "Recreatieve doeleinden -R-" en de nadere aanduiding "R8" (museum) ten behoeve van organisaties niet als strijdig gebruik is aangemerkt. Ook voeren appellanten beroepsgronden aan tegen het bepaalde in artikel 22, tiende lid, voorzover daarbij niet is voorzien in een wijziging van de aldaar genoemde bestemmingen in een bestemming die voorziet in een gebruik van de gronden als onverhard pad.

2.4.1. Appellanten hebben ten aanzien van deze planonderdelen geen zienswijze tegen het ontwerpplan ingebracht bij de gemeenteraad. Ingevolge de artikelen 54, tweede lid, onder d, en 56, tweede lid, gelezen in samenhang met de artikelen 23, eerste lid, en 27, eerste en tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het goedkeuringsbesluit van het college van gedeputeerde staten, door degene die tegen het ontwerpplan een zienswijze bij de gemeenteraad heeft ingebracht. Dit is slechts anders voorzover de gemeenteraad bij de vaststelling van het plan daarin wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp, voorzover het besluit van het college van gedeputeerde staten strekt tot onthouding van goedkeuring, dan wel indien een belanghebbende aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest een zienswijze in te brengen. Geen van deze omstandigheden doet zich voor. De Afdeling neemt daarbij het volgende in aanmerking. De planvoorschriften waartegen het beroep zich richt zijn bij de vaststelling van het plan gewijzigd. Met de gewijzigde vaststelling is beoogd de oprichting van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en permanente kassen binnen het bestemmingsvlak te beperken. De raad heeft bij de vaststelling van het plan de term "cultuurhistorisch waardevol pand" in de planvoorschriften vervangen door de term "cultuurhistorisch waardevol object". Aan artikel 24, tweed lid, onder f, is bij de vaststelling de zinsnede "bedrijven en verenigingen" toegevoegd. Aan artikel 22, tiende lid, is bij de vaststelling "onverharde wegen" toegevoegd.

De Afdeling is van oordeel dat appellanten geen bezwaar hebben tegen de wijzigingen als zodanig, omdat deze juist gedeeltelijk tegemoet komen aan hun bezwaren. Voorzover appellanten betogen dat deze wijzigingen niet ver genoeg gaan, betekent dit dat zij zich niet kunnen verenigen met het ontwerpplan op deze onderdelen. Een beroepsrecht ter zake bestaat dus alleen indien appellanten ten aanzien van deze plandelen een zienswijze kenbaar hebben gemaakt, of appellanten hebben aangetoond dat zij daartoe redelijkerwijs niet in staat zijn geweest. Uit het voorgaande blijkt dat geen beide situaties zich hier voordoen. Het beroep van de BMF en anderen is in zoverre niet-ontvankelijk.

Ten aanzien van de zaak voor het overige

Toetsingskader

2.5. Aan de orde is een geschil inzake een besluit omtrent de goedkeuring van een bestemmingsplan. Ingevolge artikel 28, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in samenhang met artikel 10:27 van de Algemene wet bestuursrecht rust op verweerder de taak om - in voorkomend geval mede op basis van de ingebrachte bedenkingen - te bezien of het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij dient hij rekening te houden met de aan de gemeenteraad toekomende vrijheid om bestemmingen aan te wijzen en voorschriften te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. Daarnaast heeft verweerder er op toe te zien dat het plan en de totstandkoming daarvan niet in strijd zijn met het recht.

De Afdeling kan slechts tot vernietiging van het besluit omtrent goedkeuring van het plan overgaan, indien moet worden geoordeeld dat verweerder de aan hem toekomende beoordelingsmarges heeft overschreden, dan wel dat hij het recht anderszins onjuist heeft toegepast.

Het beroep van de BMF en anderen

2.6. De BMF en anderen stellen dat verweerder ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan het plan omdat daarin de provinciale Groene Hoofdstructuur uit het streekplan niet op plankaart 1 is opgenomen. Appellanten voeren in dit verband aan dat het plan derhalve onvoldoende bescherming biedt aan actuele waarden in de Groene Hoofdstructuur. Voorts betwijfelen appellanten of het onderzoek dat de gemeente heeft verricht naar de waarden in het gebied voldoende zorgvuldig is verricht.

2.6.1. Verweerder heeft, behoudens ten aanzien van een enkel plandeel, geen aanleiding gezien, het bestemmingsplan in zoverre in strijd met een goede ruimtelijke ordening te achten. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat de toegekende bestemmingen en differentiaties in het algemeen inhoudelijk recht doen aan de waarden van het gebied dat in het streekplan als...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT