Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Arnhem, 15 de Julio de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Julio de 2003
Uitgevende instantie:Rechtbank Arnhem

Rechtbank Arnhem

Sector strafrecht

Meervoudige Kamer

Parketnummer : 05/096051-02

Data zittingen : 3 september 2002, 19 november 2002, 11 februari 2003, 6 mei 2003 en 1 juli 2003

Datum uitspraak : 15 juli 2003

VERKORT VONNIS

TEGENSPRAAK

in de zaak van

de officier van justitie in het arrondissement Arnhem

tegen

naam : [verdachte]

geboren op : [geboortedatum]

adres : [adres]

thans gedetineerd in PI Overijssel, PIV HvB Zwolle, Huub van Doornestraat 15 Zwolle.

Raadsman: mr. A.M. Smits, advocaat te Bennekom

  1. De inhoud van de tenlastelegging

    Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

  2. zij op of omstreeks 25 mei 2002 te Nijkerk, opzettelijk en met voorbedachten rade R. [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren genomen besluit, die [slachtoffer] voornoemd (met een vuurwapen) door het hoofd heeft geschoten, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;

    althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:

    zij op of omstreeks 25 mei 2002 te Nijkerk, opzettelijk R. [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk die [slachtoffer] voornoemd (met een vuurwapen) door het hoofd heeft geschoten, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;

  3. Het onderzoek ter terechtzitting

    De zaak is op 3 september 2002, 19 november 2002, 11 februari 2003,

    6 mei 2003 en 1 juli 2003 ter terechtzitting onderzocht. Ter terecht-zittingen van 3 september 2002, 19 november 2002 en 1 juli 2003 is verdachte versche-nen. Verdachte is bijgestaan door mr. A.M. Smits, advocaat te Bennekom.

    Namens de benadeelde partijen [benadeelde partij] en K. [slachtoffer] is ter terechtzitting verschenen mr. M. van Strien, kantoorhoudend aan

    't Hoenstraat 5, 2596 HX te Den Haag, die vordert dat verdachte -wordt veroordeeld aan de benadeelde partijen te beta-len een bedrag van

    € 25.546,77 aan materiÎle schadever-goe-ding en € 13.997,59 aan kosten voor rechtsbijstand.

    De officier van justitie heeft geÎist dat verdachte - met vrijspraak van het primair tenlastegelegde - ter zake van het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroor-deeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, met aftrek van de tijd in verzeke-ring en voorlopige hechtenis door-gebracht en dat voorts de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd.

    De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partijen [benadeelde partij] en

    K. [slachtoffer] volledig kan worden toegewezen en dat er een schade-vergoedingsmaat-regel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht dient te worden opge-legd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 262 dagen hechte-nis.

    Verdachte en haar raadsman hebben het woord ter verdediging ge-voerd.

  4. De beslis-sing inzake het bewijs

    Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijf-fouten voorko-men, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.

    De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte primair is tenlastege-legd en zal haar daarvan vrij-spreken.

    De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:

    zij op of omstreeks 25 mei 2002 te Nijkerk, opzettelijk R. [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk die [slachtoffer] voornoemd (met een vuurwapen) door het hoofd heeft geschoten, tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden.

    Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewe-zen. Verdach-te zal daarvan worden vrijgesproken.

    De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijs-middelen zijn vervat.

    De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

    De rechtbank volstaat in dit verband thans met de volgende overwegingen.

    De raadsman heeft zich wat betreft de vraag of er sprake is geweest van opzet gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, na te hebben betoogd dat verdachte zich van het schieten op [slachtoffer] niet bewust

    is geweest en dat uit de gedragingen van verdachte direct na het schieten kan worden afgeleid dat zij de dood van [slachtoffer] niet heeft gewild.

    Naar het oordeel van de rechtbank ligt het opzet reeds besloten in de aard van de gedraging van verdachte, nu [slachtoffer] is getroffen door een (gericht) schot in het hoofd dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT