Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 1 de Julio de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Julio de 2003
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. AW

rolnr. C0200442/BR

ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,

zesde kamer, van 1 juli 2003,

gewezen in de zaak van:

de rechtspersoon naar Belgisch recht ANTWERPSE MOTORENWERKE N.V.,

gevestigd te Antwerpen, België,

appellante in principaal appel bij exploot van dagvaarding van 8 mei 2002,

geïntimeerde in incidenteel appel,

procureur: mr. J.J. Geuze,

tegen:

[GEïNTIMEERDE],

wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],

geïntimeerde in principaal appel bij gemeld exploot,

appellant in incidenteel appel,

procureur: mr. P.J.A.M. Baudoin,

op het hoger beroep van het door de rechtbank te Breda, sector kanton, locatie Bergen op Zoom op 20 februari 2002 gewezen vonnis tussen principaal appellante, hierna te noemen AMW, als eiseres in conventie, verweerster in reconventie en principaal geïntimeerde, hierna te noemen [geïntimeerde] als gedaagde in conventie, eiser in reconventie.

  1. Het geding in eerste aanleg (rolnummer 01/2889)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

  2. Het geding in hoger beroep

    Bij memorie van grieven heeft AMW drie grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep voorzover aan het oordeel van het hof onderworpen, en, kort gezegd, dat het hof alsnog de vordering in conventie ad € 204,20 zal toewijzen en die in reconventie ad € 5.307,72 zal afwijzen, uitvoerbaar bij voorraad, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep.

    Bij memorie van antwoord/incidentele memorie van grieven en tot eiswijziging heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden en geconcludeerd dat het principaal appel zal worden verworpen en in het incidenteel appel dat het bestreden vonnis van de rechtbank van 20 februari 2002 zal worden vernietigd en dat AMW, na wijzigingen en vermeerdering van eis in hoger beroep, zal worden veroordeeld primair tot betaling van € 14.236,72 netto terzake van loon en overhevelingstoeslag en € 5.303,78 terzake vakantiegeld met overhevelingstoeslag met wettelijke rente daarover vanaf 30 april 2000 tot de dag van betaling, subsidiair van zodanig lager bedrag als het hof zal vaststellen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 30 april 2000 tot de datum van voldoening, met veroordeling van AMW in de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep.

    Na bezwaar tegen deze wijziging van eis door AMW heeft het gerechtshof bij beslissing van 17 september 2002 het bezwaar tegen de eisvermeerdering afgewezen.

    Daarop heeft AMW een memorie van antwoord in het incidenteel appel genomen, onder overlegging van producties

    21 tot en met 52, en geconcludeerd tot niet ontvankelijk verklaring van [geïntimeerde] in zijn vorderingen, althans deze vorderingen af te wijzen, en [geïntimeerde], uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de kosten van het incidenteel appel.

    Vervolgens hebben partijen hun zaak doen bepleiten, AMW door mr. Smeekes en [geïntimeerde] door mr. Meerbach aan de hand van in het geding gebrachte pleitnota's met producties. [geïntimeerde] heeft zijn primaire vordering in reconventie verminderd tot € 1470,65 wegens loon en overhevelingstoeslag, en

    € 5.303,78 wegens vakantiegeld en overhevelingstoeslag, waarna partijen uitspraak hebben gevraagd die (nader) is bepaald op heden.

  3. De gronden van het hoger beroep

    In het principaal een incidenteel appel

    Verwezen wordt naar de inhoud van de memorie van grieven in het principaal en in het incidenteel appel.

  4. De beoordeling

    in principaal en incidenteel appel in conventie en in reconventie

    4.1.1. De grieven leggen het geschil in volle omvang in conventie en in reconventie aan het hof voor en de conventionele en reconventionele vorderingen zullen, voorzover mogelijk, gezamenlijk worden behandeld.

    4.1.2. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

    AMW vordert in conventie veroordeling van [geïntimeerde] tot een bedrag van € 10.285,54, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 januari 2001 tot de dag der algehele...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT