Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), Douanekamer, 20 de Marzo de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Marzo de 2001
Uitgevende instantie:Douanekamer

DE TARIEFCOMMISSIE

Uitspraak

in de zaak nr. 0110/96 TC

de dato 20 maart 2001

  1. De procedure

    1.1. Op 29 mei 1996 is een beroepschrift ingekomen van A, directeur van A Accountants B.V. te B, ingediend namens de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te B, belanghebbende. Het beroep is gericht tegen de uitspraak van het hoofd van het Douanedistrict Z (hierna: de inspecteur) van 17 april 1996, nr. , waarbij het bezwaar van belanghebbende tegen het in de uitnodiging tot betaling van 20 oktober 1994, nummer ..., vermelde bedrag aan douanerechten, groot f 15.456,90, werd afgewezen.

    1.2. Van belanghebbende is door de Secretaris een griffierecht van f 150,-- geheven. De inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.

    1.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in raadkamer tijdens de zitting van de Tariefcommissie van 1 april 1997. Daar zijn verschenen namens belanghebbende A en B. De inspecteur is met telefonisch bericht van verhindering niet verschenen. Belanghebbende heeft een pleitnota overgelegd en voorgelezen.

    1.4. Bij brief van het secretariaat van 7 april 1997 heeft de Tariefcommissie bij de inspecteur schriftelijk inlichtingen ingewonnen. De inspecteur heeft die inlichtingen verstrekt bij brief van 2 mei 1997. De gemachtigde heeft bij brief van 12 juni 1997 schriftelijk op deze brieven gereageerd. De gemachtigde heeft bij brief van 24 juni 1997 om een mondelinge behandeling van de zaak verzocht.

    1.5. De tweede mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in raadkamer tijdens de zitting van de Tariefcommissie van 21 oktober 1997. Daar zijn verschenen namens belanghebbende A en B voornoemd en namens de inspecteur mr. C. Belanghebbende heeft een pleitnota van tevoren bij faxbericht van 20 oktober 1997 toegezonden, en ter zitting een pleitnota overgelegd en voorgelezen.

    1.6. De inspecteur heeft bij brief van 28 oktober 1997 ter zitting gestelde vragen schriftelijk beantwoord. Belanghebbende heeft daarop gereageerd bij brief van 4 november 1997. Partijen hebben daarna schriftelijk kennis gegeven af te zien van een nadere mondelinge behandeling.

    1.7. Bij brief van 21 augustus 1998 heeft de Secretaris aan partijen doen weten dat de zaak zou worden aangehouden in verband met het nadien door het Hof van Justitie gewezen arrest van 7 september 1999, zaak C-61/98, UTC 1999/53.

    1.8. In verband met de gewijzigde samenstelling van de Tariefcommissie heeft op 20 februari 2001 een nieuwe mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden. Partijen zijn daarbij niet verschenen.

  2. De vaststaande feiten

    2.1. Op 14 juni 1994 hebben de ambtenaren te O een ten name van belanghebbende staand carnet TIR, nummer ..., geldig gemaakt voor het vervoer van 740 kartons T-shirts met bestemming Litouwen. Het vervoer zou plaatsvinden met een vrachtwagen, kenteken XXXX. Het carnet TIR had een geldigheidsduur tot 22 juni 1994.

    2.2. Een brief van R gericht aan de FIOD, Douane Recherche te H van 20 september 1994, luidt, voorzover van belang, als volgt:

    "Betreft: carnet TIR A I.R.U. 1...,

    Bijgaand doen wij u het origineel van het bovenstaande carnet TIR toekomen. De vrachtauto, inclusief de lading waar dit carnet voor bestemd was, is gestolen. Een kopie van de aangifte sluiten wij in.

    Dit carnet is door de heer F uit A (Tariefcommissie, hierna: F) geleend van X te B.

    Ter voorkoming van problemen voor de laatstgenoemde, verzoeken wij u alles in het werk te stellen voor zuivering van dit carnet.".

    2.3. Een proces-verbaal van de FIOD te H, nr. ..., dossiernummer 16, houdt, voorzover hier van belang, het volgende in:

    Aanleiding onderzoek

    Op 13 juni 1994 werd door de Bijzondere Belasting-Inspectie (BBI) Cel Douane te Antwerpen, BelgiÎ, om bijstand verzocht aan de douanerecherche van de FIOD i.v.m. een onderzoek naar het niet aanzuiveren van te BelgiÎ afgegeven douane-documenten T1 en carnets TIR voor het vervoer van textielgoederen, zijnde douanegoederen, naar Oostbloklanden. Bij de BBI bestond het vermoeden dat

    deze douanegoederen op frauduleuze wijze in het vrije handelsverkeer werden gebracht door ze aan het toezicht te onttrekken. De BBI meldde dat omstreeks

    13-14 juni 1994 een textieltransport plaats zou gaan vinden vanaf Meer, BelgiÎ, met een vrachtwagen van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT