Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 18 de Septiembre de 2003

Datum uitspraak18 de Septiembre de 2003
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

01/5537 AW

U I T S P R A A K

in het geding tussen:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, appellant,

en

[gedaagde], wonende te [woonplaats], gedaagde.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Namens appellant is op de daartoe bij beroepschrift aangevoerde gronden hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 2 oktober 2001, nr. 01/6 AW, waarnaar hierbij wordt verwezen.

    Namens gedaagde is een verweerschrift ingediend.

    Het geding is behandeld ter zitting van 7 augustus 2003, waar appellant zich, na voorafgaand bericht, niet heeft laten vertegenwoordigen. Gedaagde is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn dochter.

  2. MOTIVERING

    1. Bij besluiten van 13 en 15 oktober 1999 heeft appellant het recht op uitkering ingevolge het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO) van gedaagde met terugwerkende kracht tot 1 september 1994 geheel beÎindigd en een bedrag van f 358.073,61 van gedaagde teruggevorderd. Naar aanleiding van daartegen namens gedaagde, die zijn dochter als gemachtigde had aangewezen, gemaakt bezwaar heeft appellant bij besluiten van 17 februari 2000 die bezwaren in zoverre gegrond verklaard dat is besloten de uitkering met ingang van 1 januari 1996 gedeeltelijk te beÎindigen en is het bedrag van de terugvordering teruggebracht tot f 40.533,70. Tegen laatstgenoemde besluiten is namens gedaagde beroep ingesteld bij de rechtbank, op welk beroep nog niet is beslist.

      1.1. Bij brief van 7 augustus 2000, met bijlagen, heeft de gemachtigde van gedaagde, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 17 december 1999, nr. C98/80HR (RvdW 2000, 5c) het zogenoemde arrest Groningen/Raatgever, appellant verzocht om vergoeding van de kosten van rechtsbijstand in de bezwaarschriftprocedure, bestaande uit een bedrag van f 7.208,80, vermeerderd met wettelijke rente in verband met kosten van overleg met twee advocaten, f 2.397,12 in verband met 67 opgenomen verlofuren van de gemachtigde, reiskosten voor gedaagde, zijn echtgenote en de gemachtigde naar de hoorzitting, f 57,50 portokosten en f 59,- kopieerkosten.

      1.2. Bij besluit van 5 september 2000 heeft appellant afwijzend op dit verzoek beslist, omdat sprake is van rechtsbijstand door een niet-professionele rechtshulpverlener, zodat de declaraties van de advocaten buiten de beoordeling zijn gehouden. Appellant heeft de geclaimde portokosten wel vergoed, maar de overige kosten als onvoldoende gespecificeerd en aangetoond afgewezen.

      1.3. In...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT