Voorlopige voorziening van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), Voorzieningenrechter, 23 de Octubre de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak23 de Octubre de 2003
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE

Belastingkamer (voorzieningenrechter)

23 oktober 2003

nummer BK-03/02222

UITSPRAAK

ingevolge artikel 8:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het verzoek om een voorlopige voorziening van X te Z (hierna: verzoeker) betreffende na te melden besluit van het hoofd van de eenheid P (thans: de voorzitter van het managementteam van de regio P) van de Belastingdienst (hierna: verweerder).

  1. Aanduiding van het bestreden besluit

    1.1. Aan verzoeker is op 7 juni 2002 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen voor het jaar 2000 naar een belastbaar inkomen van ƒ 224.297 waarvan een deel groot ƒ 160.000 is belast naar het bijzondere tarief van artikel 57, lid 2, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: de Wet) met verrekening van een bedrag van

    ƒ 109.837 aan voorheffingen.

    1.2. De tegen de aanslag gerichte bezwaren van verzoeker zijn door verweerder bij uitspraak van 20 juni 2002 afgewezen.

  2. Ontstaan en loop van het geding

    2.1. Verzoeker heeft tegen de in 1.2 genoemde uitspraak op

    17 juli 2002 beroep ingesteld bij het Hof. De procedure is bekend onder nummer BK-02/03260.

    2.2. Na ontvangst van het verweerschrift van verweerder in die procedure heeft verzoeker op 30 augustus 2003 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de voorzieningenrechter van het Hof, welk verzoek op 3 september 2003 is binnengekomen. Bij brief van 5 september 2003 heeft de griffier aan verzoeker verzocht het verzoek aan te vullen. Bij brief van 8 september 2003, binnengekomen op 10 september 2003 heeft verzoeker aanvullende stukken toegezonden.

    2.3. Verweerder heeft op het verzoek gereageerd met een op

    26 september 2003 ingekomen verweerschrift.

    2.4. Het verzoek is behandeld ter zitting van 14 oktober 2003, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn verschenen verzoeker en

    verweerder. Verzoeker heeft een pleitnota voorgedragen en overgelegd. Verweerder heeft daarvan een afschrift ontvangen.

  3. Karakter van de voorlopige voorziening

    Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan, indien tegen een besluit bij de belastingkamer van het Gerechtshof beroep is ingesteld dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij het Gerechtshof, bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter van het Gerechtshof die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor zover deze toetsing meebrengt dat het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT