Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Haarlem, 13 de Noviembre de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Noviembre de 2003
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

RECHTBANK HAARLEM

VESTIGING SCHIPHOL

SECTOR STRAFRECHT

MEERVOUDIGE STRAFKAMER

Parketnummer: 15/094188-02

Uitspraakdatum: 13 november 2003

Tegenspraak

VERKORT STRAFVONNIS (art. 138b Sv)

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 oktober 2003 in de zaak tegen:

verdachte,

geboren op (geboortedatum) te (geboorteplaats),

wonende te (woonplaats),

thans gedetineerd in de P.I. Midden Holland - HvB De Geniepoort, Alphen aan den Rijn.

  1. Tenlastelegging

    Aan verdachte is tenlastegelegd wat in de dagvaarding is omschreven. Een kopie van die dagvaarding is als bijlage I a en I b aan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.

  2. Voorvragen

    De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak

    2.1 Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie

    Rechtmatigheid aanvang FIOD onderzoek

    De raadsman van de verdachte heeft een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en heeft daartoe het volgende gesteld. Een aan verdachte gerichte en door Fedex vervoerde brief is geopend, terwijl de toestemming daarvoor ontbrak. Nu ook het vereiste bevel van de rechter-commissaris ontbreekt, is sprake van schending van het briefgeheim. Voorts heeft de heer (A) van de FIOD onbevoegd gebruik gemaakt van voormelde brief, omdat hij heeft nagelaten die brief in beslag te nemen. Een en ander heeft niet alleen gevolgen voor de FIOD-zaak, maar dient ook te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in deze zaak, nu deze zaak immers is voortgevloeid uit het FIOD-onderzoek naar valsheid in geschrifte en witwassen.

    De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.

    Uit het dossier en met name de verklaringen d.d. 30 september 2003 van de getuigen (B) en (C) bij de rechter-commissaris blijkt het volgende.

    Op 10 december 2002 heeft de heer (B), die werkzaam was bij het vervoersbedrijf Federal Express (Fedex), een poststuk dat door Fedex was vervoerd van Colombia naar Nederland geopend. Het betrof een enveloppe met een stortingsbewijs van 200 miljoen US-dollar dat was verpakt in een grote Fedex enveloppe.

    Artikel 11 van de door Fedex gehanteerde voorwaarden luidt:

    INSPECTION OF SHIPMENTS

    Federal Express may, at its option, or at the request of governmental authorities, open and inspect any Shipment at any time.

    Artikel 26 van de Douanewet bepaalt dat brieven, die zijn toevertrouwd aan enige instelling van vervoer zonder goedvinden van de afzender of de geadresseerde slechts geopend mogen worden, indien de rechter-commissaris in de rechtbank van het arrondissement waarbinnen de brief is aangetroffen, daartoe bevel heeft gegeven. De rechtbank leidt hieruit af dat een bevel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT