Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 20 de Noviembre de 2003

Datum uitspraak20 de Noviembre de 2003
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

02/769 AW en 02/772 AW

U I T S P R A A K

in de gedingen tussen:

[appellant 1], wonende te [woonplaats 1], appellant 1,

[appellant 2], wonende te [woonplaats 2], appellant 2

en

Korpsbeheerder van de politieregio Limburg-Noord, gedaagde.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN DE GEDINGEN

    Namens appellant 1 is op de daartoe bij aanvullend beroepschrift aangevoerde gronden hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 12 december 2001, nr. 01/757 AW K1 (hierna: uitspraak 1). Appellant 2 heeft op de daartoe bij aanvullend beroepschrift aangevoerde gronden hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 12 december 2001, nr. 01/518 AW K1 (hierna: uitspraak 2). Naar beide uitspraken wordt hierbij verwezen.

    Namens gedaagde zijn verweerschriften ingediend.

    Van de zijde van appellanten zijn nadere stukken ingezonden.

    De gedingen zijn gevoegd behandeld ter zitting van 23 oktober 2003, waar appellanten in persoon zijn verschenen. Appellant 1 is bijgestaan door mr. M.J. van Weersch, werkzaam bij de Stichting Rechtsbijstand te Roermond. Gedaagde heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.T.J.H. Berns, werkzaam bij CAPRA. Op verzoek van appellant 1 is ter zitting verschenen en als getuige gehoord J.T.P.M. Rambags, wonende te Egchel.

  2. MOTIVERING

    1. Voor een uitgebreidere weergave van de van belang zijnde feiten en omstandigheden wordt verwezen naar uitspraak 1 en uitspraak 2. De Raad volstaat met het volgende.

    2. De Raad acht met name de volgende algemeen verbindende voorschriften van belang.

      2.1. Volgens artikel 3, eerste lid, van de Politiewet 1993 zijn ambtenaren in de zin van die wet onder meer:

      1. ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak (hierna: a-ambtenaren);

      2. ambtenaren, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve of andere taken ten dienste van de politie (hierna: b-ambtenaren).

        2.2. Artikel 88 (oud) van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) kende tot 1 januari 2001 een regeling voor functioneel-leeftijdsontslag (hierna: FLO-regeling) bij een leeftijd van, voorzover hier van belang, 60 jaar voor:

        - (i) a-ambtenaren, en

        - (ii) b-ambtenaren aangesteld in een functie, die door het bevoegd gezag volgens door de Minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde criteria was aangewezen.

        2.2.1. Artikel 1 van de ministeriÎle regeling van 20 april 1994 (Stcrt. 1994, 82) bepaalt dat de bedoelde aanwijzing van de functie van een b-ambtenaar mogelijk is indien:

      3. de aard van de aan de functie verbonden werkzaamheden vergelijkbaar is met die van een a-ambtenaar;

      4. aan de functie risico's en ongemakken zijn verbonden die vergelijkbaar zijn met die verbonden aan een functie van een a-ambtenaar;

      5. de ambtenaren in de functie werken volgens een dienstrooster dat in overwegende mate overeenkomt met het dienstrooster van een a-ambtenaar.

        2.3. Per 1 januari 2001 is de FLO-regeling vervangen door de Aanvullende flexibele uittredingsregeling politie (AFUP-regeling). Volgens de nieuwe voorschriften is aan de functie van een b-ambtenaar het deelnemerschap in het zogenoemde specifiek deel van de AFUP-regeling verbonden, indien die functie volgens bij ministeriÎle regeling gestelde criteria door het bevoegd gezag is aangewezen. Artikel 10, derde lid (nieuw), van het Barp schrijft voor dat, als de ambtenaar in een dergelijke functie is aangesteld, dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT