Hoger beroep van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 28 de Octubre de 2003

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Octubre de 2003
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

28 oktober 2003

vierde civiele kamer

rolnummer 2002/263

G E R E C H T S H O F T E A R N H E M

Arrest

in de zaak van:

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant, verder te noemen "de man",

procureur: mr J. van Delft,

tegen:

[gentimeerde],

wonende te [woonplaats],

gentimeerde, verder te noemen "de vrouw",

procureur: mr W.H.B.M. Litjens.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor de procedure van de eerste aanleg wordt verwezen naar de inhoud van de vonnissen van de rechtbank te Arnhem van 6 april 2000, 2 november 2000, 1 maart 2001, 10 mei 2001 en 13 december 2001 tussen de vrouw als eiseres in conventie / verweerster in reconventie en de man als gedaagde in conventie / eiser in reconventie gewezen, waarvan alleen de vonnissen van 2 november 2000, 1 maart 2001 en het eindvonnis van 13 december 2001 in fotokopie aan dit arrest zijn gehecht.

2 Het geding in hoger beroep

2.1 Bij exploot van 12 maart 2002 heeft de man aan de vrouw aangezegd in hoger beroep te komen tegen de vonnissen van 6 april 2000, 2 november 2000, 1 maart 2001, 10 mei 2001 en 13 december 2001 en heeft hij haar gedagvaard voor dit hof, met conclusie dat het hof de vrouw in conventie alsnog niet-ontvankelijk zal verklaren in haar vorderingen, althans haar die vorderingen zal ontzeggen en in reconventie de vrouw zal veroordelen tot medewerking van de verdeling van de gemeenschap tussen partijen als omschreven in de door de man genomen conclusie van eis in reconventie en deze verdeling te gehengen en te gedogen, kosten rechtens.

2.2 Bij memorie van grieven heeft de man negen grieven aangevoerd en toegelicht, producties overgelegd en geconcludeerd - kort samengevat - dat het hof de bestreden vonnissen zal vernietigen voorzover daartegen grieven zijn ontwikkeld en opnieuw rechtdoende, alsnog de vrouw zal veroordelen tot medewerking aan de verdeling van de gemeenschap tussen partijen.

2.3 Bij memorie van antwoord heeft de vrouw verweer gevoerd, producties overgelegd en bewijs aangeboden, met conclusie dat het hof de man niet-ontvankelijk zal verklaren voorzover het appl zich richt tegen door de rechtbank genomen eindbeslissingen, dan wel subsidiair het eindvonnis en de tussenvonnissen zal bekrachtigen met veroordeling van de man in de kosten van beide instanties.

2.4 Vervolgens hebben partijen hun zaak schriftelijk doen bepleiten. De advocaat van de man heeft een pleitnota overgelegd waaraan een aanvullende pleitnota van de man is gehecht alsmede producties. Daarop heeft de vrouw bij repliek in pleidooi gereageerd, eveneens onder het overleggen van producties.

2.5 Partijen hebben ieder een inventarisstaat overgelegd (de man tevens het procesdossier in eerste aanleg) en arrest gevraagd, waarna arrest op heden is bepaald.

3 De vaststaande feiten

Tegen de door de rechtbank in het bestreden vonnis van 2 november 2000 vastgestelde feiten is geen grief gericht zodat deze feiten ook in hoger beroep vaststaan. Daaraan kan worden toegevoegd dat de voormalige echtelijke woning gelegen aan de [adres A] is verkocht en op 3 december 2001 is geleverd voor fl. 440.000,-. Na aftrek van de restanthypotheek ten bedrage van fl. 179.235,95, makelaarscourtage van fl. 11.519,90 en diverse overige kosten resteerde een bedrag van fl. 249.178,28 dat in depot is gelaten bij de notaris. Hiervan is aan partijen ieder € 25.000,- uitgekeerd.

4 De beoordeling in hoger beroep

4.1 De vrouw voert aan dat de man...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT