Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 26 de Marzo de 2004

Datum uitspraak26 de Marzo de 2004
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

26 maart 2004

Eerste Kamer

Nr. C02/325HR

JMH/AT

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiser],

wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,

t e g e n

[Verweerder],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij.

  1. Het geding in feitelijke instanties

    Eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - heeft bij exploot van 29 maart 2000 verweerder in cassatie - verder te noemen: [verweerder] - gedagvaard voor de rechtbank te 's-Gravenhage en gevorderd:

    primair [verweerder] te veroordelen aan [eiser] te betalen een bedrag van ƒ 70.000,--;

    subsidiair de overeenkomst d.d. 15 juli 1994 partieel te ontbinden, in dier voege dat de door [eiser] betaalde koopprijs wordt verminderd met een bedrag van ƒ 70.000,--, alsmede [verweerder] te veroordelen tot betaling van een bedrag van ƒ 70.000,--;

    meer subsidiair de gevolgen van de koopovereenkomst d.d. 15 juli 1994 op grond van artikel 6:230 lid 2 juncto 6:228 BW te wijzigen in dier voege dat de door [eiser] betaalde koopprijs wordt verminderd met een bedrag van ƒ 70.000,--, alsmede [verweerder] te veroordelen tot betaling van een bedrag van ƒ 70.000,--;

    steeds te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad ƒ 2.500,-- en de wettelijke rente vanaf 20 oktober 1996, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.

    [Verweerder] heeft de vordering bestreden en een vordering in reconventie ingesteld. Deze vordering speelt in cassatie geen rol meer.

    De rechtbank heeft bij vonnis van 13 juni 2001 de vordering in conventie afgewezen.

    Tegen dit vonnis heeft [eiser] hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.

    Bij arrest van 18 september 2002 heeft het hof in conventie het bestreden vonnis van de rechtbank bekrachtigd.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    [Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.

  3. Beoordeling van de middelen

    De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  4. Beslissing

    De Hoge Raad:

    verwerpt het beroep;

    veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op € 379,34 aan verschotten en € 1.365,-- voor salaris.

    Dit arrest is gewezen door de raadsheren D.H. Beukenhorst, als voorzitter, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 26 maart 2004.

    Zaaknr. C02/325HR

    Mr. Huydecoper

    Zitting van 9 januari 2004

    Conclusie inzake

    [Eiser]

    eiser tot cassatie

    tegen

    [Verweerder]

    verweerder in cassatie

    Feiten en procesverloop(1)

    1) De feiten waar het in deze zaak om gaat zijn weergegeven in rov. 1 van het in de eerste aanleg gewezen vonnis van de rechtbank(2) en in rov. 1.2 van het bestreden arrest. Zij komen hierop neer:

    - De eiser tot cassatie, [eiser], heeft op 15 juli 1994 van de verweerder in cassatie, [verweerder], gekocht het erfpachtrecht van een perceel grond(3) aan de [a-straat] in [plaats].

    - Op het moment van verkoop was het object verhuurd aan de stichting "De Duiventil".

    - De "afrekening koper" (4) die werd opgemaakt ter gelegenheid van de economische eigendomsoverdracht op 22 juli 1994, vermeldt:

    (...) VERREKENING HUUR:

    9 dagen af f. 6.250,-- per maand (...)

    -Bij de koopovereenkomst d.d. 15 juli 1994 is (als bijlage twee) een ongedateerde brief aan De Duiventil gevoegd(5). Deze houdt in:

    (...) Hierbij delen wij u mede dat met ingang van 1 augustus 1994 de huurprijs van het door u gehuurde wordt verhoogd.

    De verhoging bedraagt voor het jaar 1993 met terugwerkende kracht een percentage van 51/2 %, hetgeen een verhoging van de huurprijs per maand betekent van fl. 290,13. Dit bedrag wordt wederom vermeerderd met een percentage van 51/2 % voor het jaar 1994 te weten een verhoging met een bedrag van fl. 306,08.

    (...)

    HuidigAanpassing 1993 Aanpassing 1994 Nieuw

    (...)

    Brutohuur f 5.275,- f 290,13 f 306,08 f 5.871,21

    Wij verzoeken u vriendelijk vanaf 1 augustus 1994 de gewijzigde verplichting op de gebruikelijke wijze te voldoen. (...)

    - Bij brief van 14 juli 1994(6) heeft de makelaar van De Duiventil, namens De Duiventil, aan [betrokkene 1] van makelaarskantoor [A] (die voorheen voor [verweerder] optrad) bericht dat De Duiventil de maandelijkse huur te hoog vindt.

    2) [Eiser] heeft [verweerder] (in conventie) aangesproken tot betaling van een bedrag dat werd berekend aan de hand van het verschil tussen een huurprijs van f. 5.871,21 per maand en de volgens [eiser] in werkelijkheid geldende huurprijs van f. 5.275, - per maand. De vordering was primair gebaseerd op wanprestatie en subsidiair op bedrog dan wel dwaling. Daarbij beriep [eiser] zich erop dat [verweerder] een huurprijs van f. 5.871,21 p.m. zou hebben gegarandeerd, of tenminste zou hebben aangegeven dat d·t de geldende huurprijs was; Èn dat [verweerder] had nagelaten [eiser] erop te wijzen dat De Duiventil had laten weten dat zij de huurprijs te hoog vond.

    De rechtbank heeft de conventionele vordering afgewezen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank in de conventie bekrachtigd. Het oordeelde dat [eiser] er niet van uit mocht gaan dat de huuropbrengst f 5.871,21 per maand zou bedragen (rov. 5) en - wat betreft het bericht dat De Duiventil de maandelijkse huur te hoog vond - dat niet aannemelijk is geworden dat [verweerder] voorafgaand aan de overdracht kennis heeft genomen van de inhoud van de brief d.d. 14 juli 1994 van de makelaar van De Duiventil.

    3) [Eiser] bestrijdt deze oordelen van het hof in zijn (tijdig ingestelde)(7) cassatieberoep. [Verweerder] heeft tot verwerping laten concluderen. Van beide zijden zijn de standpunten schriftelijk toegelicht. Namens [verweerder] is gedupliceerd.

    Bespreking van de cassatiemiddelen

    Middel 1

    4) Het eerste cassatiemiddel heeft betrekking op rov. 5 van het bestreden arrest. Daarin oordeelde het hof:

    "Ter...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT