Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Arnhem, 16 de Marzo de 2004
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 16 de Marzo de 2004 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Arnhem |
Rechtbank Arnhem
Sector bestuursrecht
Registratienummers: AWB 03/1573 en 03/1574
Uitspraak
ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gedingen tussen:
[X], eiser,
wonende te [A], vertegenwoordigd door mr. L. de Groot,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) alsmede
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, verweerders.
-
Aanduiding bestreden besluiten
Besluiten van verweerders van 2 juni 2003, uitgereikt door Uwv USZO te Groningen.
-
Procesverloop
Eiser heeft op 22 oktober 2002 een uitkering ingevolge de Werkloosheidswet (WW) en een uitkering ingevolge het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs (BBWO) aangevraagd.
Bij besluiten I en II van 22 januari 2003 heeft het Uwv, voor zover hier van belang, namens verweerders besloten dat eiser tot 1 november 2002 geen recht heeft op een WW-uitkering respectievelijk op een bovenwettelijke uitkering.
Bij besluit III van 12 februari 2003 is besluit II ingetrokken en is wederom besloten dat eiser tot 1 november 2002 geen recht heeft op een bovenwettelijke uitkering.
Bij de in rubriek 1 aangeduide besluiten hebben verweerders de tegen bovenstaande besluiten ingediende bezwaren ongegrond verklaard.
Tegen deze besluiten is beroep ingesteld en verweerders hebben een verweerschrift ingediend. Naar deze en de overige door partijen ingebrachte stukken wordt hier kortheidshalve verwezen.
De beroepen zijn gevoegd behandeld ter zitting van de rechtbank van 20 februari 2004. Eiser is aldaar in persoon verschenen. Verweerders hebben zich doen vertegenwoordigen door mr. T. Krijgsman.
-
Overwegingen
Blijkens de gedingstukken en het verhandelde ter zitting was eiser sinds 1 oktober 1999 als directeur van [Y] in dienst van de Stichting voor Basisonderwijs Fluvius (Fluvius) te Arnhem.
Bij beschikking van 30 september 2002 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst (zonder toekenning van een vergoeding) met ingang van 1 oktober 2002 ontbonden.
Partijen verschillen op de eerste plaats van mening over de vraag of de bovenwettelijke uitkering van eiser terecht is aangemerkt als inkomsten in verband met de beÎindiging van de dienstbetrekking als bedoeld in artikel 16, derde lid, van de WW.
Op grond van de tekst van artikel 16, derde lid, van de WW, zoals deze luidt sinds de invoering van de Wet Flexibiliteit en Zekerheid per
1 januari 1999, worden de inkomsten waarop de werknemer...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT