Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 21 de Abril de 2004

Datum uitspraak21 de Abril de 2004
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200304137/1.

Datum uitspraak: 21 april 2004

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de burgemeester van Castricum,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 12 mei 2003 in het geding tussen:

[wederpartij], gevestigd te [plaats]

en

appellant.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 11 juli 2000 heeft appellant aan [wederpartij] krachtens artikel 44, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Castricum ontheffing verleend om de [inrichting], gevestigd aan de [locatie] te Castricum, in de periode 1 juli tot en met 30 september 2000 tussen 23.00 uur en 5.00 uur voor het publiek geopend te hebben of daarin ÈÈn of meer bezoekers toe te laten.

    Bij besluit van 5 september 2000 heeft appellant het daartegen door bewoners van de [locatie] gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het besluit van 11 juli 2000 voor de resterende vrijdagen en zaterdagen van het derde kwartaal 2000 ingetrokken.

    Bij uitspraak van 15 september 2000, verzonden op 25 september 2000, heeft de president van de arrondissementsrechtbank te Haarlem, voorzover thans van belang, het door [wederpartij] tegen het besluit van 5 september 2000 ingestelde beroep ongegrond verklaard.

    Bij uitspraak van 22 augustus 2001 in zaak no. 200005057/1 heeft de Afdeling het door [wederpartij] tegen de uitspraak van 15 september 2000 ingestelde hoger beroep gegrond verklaard, die uitspraak vernietigd en de zaak naar de rechtbank teruggewezen.

    Bij uitspraak van 12 mei 2003, verzonden op 16 mei 2003, heeft de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) het beroep van [wederpartij] gegrond verklaard en het besluit van 5 september 2000 vernietigd. Deze uitspraak is aangehecht.

    Tegen deze uitspraak heeft appellant bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 25 juni 2003, hoger beroep ingesteld. Hij heeft de gronden van het hoger beroep aangevuld bij brief van 17 juli 2003. Deze brieven zijn aangehecht.

    Bij brief van 12 september 2003 heeft [wederpartij] van antwoord gediend.

    Bij brief van 30 januari 2004 zijn nadere stukken ontvangen van appellant.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 februari 2004, waar appellant, vertegenwoordigd door mr. J.F. de Groot, advocaat te Amsterdam, en A.B. Visser en W. Wijnhoven, beiden ambtenaar der gemeente, en [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. R.G.J. Laan, advocaat te Hoorn, in aanwezigheid van T.G. Kaandorp, zijn verschenen.

    Na toezending van de door appellant ingediende nadere stukken heeft [wederpartij] bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT