Voorlopige voorziening van Rechtbank 's-Gravenhage, Rotterdam, 3 de Marzo de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 3 de Marzo de 2004
Uitgevende instantie:Rotterdam

Voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage

sector bestuursrecht

vreemdelingenkamer

nevenzittingsplaats Rotterdam

__________________________________________________

UITSPRAAK

ingevolge artikel 8:84 Algemene wet bestuursrecht

__________________________________________________

Reg.nr : AWB 03/50052 VRWET

Inzake : A, verzoeker, woonplaats kiezende ten kantore van zijn gemachtigde, mr. E. Kse, advocaat te Rotterdam,

tegen : de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, verweerder, gemachtigde mr. J. Laros, ambtenaar ten departemente.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    1. Verzoeker, geboren op [...] 1974, bezit de Turkse nationaliteit. Hij verblijft sedert 15 februari 1997 als vreemdeling in de zin van de vreemdelingenwetgeving in Nederland. Op 6 januari 2003 heeft verzoeker een aanvraag ingediend om verlening van een verblijfsvergunning, met als doel "het verrichten van arbeid als zelfstandige". Bij besluit van 4 september 2003 heeft de korpschef deze aanvraag afgewezen. Hierbij is kenbaar gemaakt dat verzoeker de behandeling van een eventueel in te dienen bezwaarschrift niet in Nederland mag afwachten. Bij brief van 18 september 2003 heeft verzoeker bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag en de voorzieningenrechter tevens verzocht om een voorziening te treffen die ertoe strekt zijn uitzetting achterwege te laten totdat op het bezwaar is beslist.

    2. De openbare behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 februari 2004. Ter zitting is verzoeker in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, dan wel, voorafgaand aan een mogelijk beroep bij de rechtbank, bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. In de belangenafweging speelt een centrale rol het oordeel van de voorzieningenrechter over de vraag of het bestreden besluit de toetsing aan het geschreven en ongeschreven recht kan doorstaan.

    2. In artikel 73, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) is bepaald dat de werking van een besluit tot afwijzing van een aanvraag wordt opgeschort totdat de termijn voor het maken van bezwaar of het instellen van administratief beroep is verstreken, of, indien bezwaar is gemaakt of administratief beroep is ingesteld, totdat op het bezwaar of administratief beroep is beslist.

      In het tweede lid van artikel 73 is, voor zover hier van belang, bepaald dat het eerste lid niet van toepassing is indien de aanvraag is afgewezen op de grond, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onder a, van de Vw 2000.

    3. Ingevolge artikel 16, eerste lid, onder a, van de Vw 2000 juncto artikel 3.71, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb 2000) kan een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vw 2000 worden afgewezen indien de vreemdeling niet beschikt over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: mvv) die overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd.

      In artikel 17 Vw 2000 is een aantal gevallen opgenomen waarin het ontbreken van een mvv niet wordt tegengeworpen. Deze gevallen zijn gedeeltelijk uitgewerkt in artikel 3.71, tweede lid, van het Vb 2000...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT