Eerste aanleg - meervoudig van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 7 de Abril de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Abril de 2004
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

BELASTINGKAMER

Nr. 00/03389

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH

U I T S P R A A K

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, tweede meervoudige Belastingkamer, op het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X Nederland B.V. te Y (hierna: de belanghebbende) tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid douane district Y van de rijksbelastingdienst (hierna, evenals de Voorzitter van het managementteam van het onderdeel Douane Y van de rijksbelastingdienst, de thans ten aanzien van de belanghebbende bevoegde Inspecteur; aan te duiden als: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende de aan haar voor het tijdvak 1 januari 1992 tot en met 31 december 1992, onder beschikkingnummer 000.000, gedane uitnodiging tot betaling van invoerrechten, accijns, voorraadheffing en heffing milieuhygiÎne.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    De belanghebbende is op 24 november 1992 schriftelijk uitgenodigd tot betaling van bedragen van in totaal fl. 345.758,60 aan invoerrechten, accijns, voorraadheffing en heffing milieuhygiÎne.

    De belanghebbende is wegens niet-tijdige indiening van het bezwaarschrift tegen deze uitnodiging tot betaling bij uitspraak van de Inspecteur niet-ontvankelijk verklaard, waarbij de Inspecteur de uitnodiging tot betaling ambtshalve heeft verminderd met fl. 69.485,90.

    De belanghebbende is van bovenvermelde uitspraak in beroep gekomen bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De uitspraak van dit hof van

    1 november 1995 is, op het beroep in cassatie van de belanghebbende, bij arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 26 november 1997, nr. 31 647 (gepubliceerd in BNB 1998/26), vernietigd, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, met verwijzing van het geding naar het Gerechtshof te Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak in meervoudige kamer met inachtneming van dat arrest.

    Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij uitspraak van 4 november 1999 het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft vervolgens tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad der Nederlanden heeft bij arrest van 29 november 2000, nr. 35 785 (gepubliceerd in BNB 2001/39), de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.

    De belanghebbende, na daartoe door het Hof in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft bij schrijven van 2 maart 2001 gereageerd op het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 29 november 2000. De Inspecteur, eveneens na daartoe door het Hof in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft daarop bij schrijven van 26 april 2001 gereageerd.

    De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden ter zitting van het Hof van 4 september 2003 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heren mr. dr. W. en K., beiden verbonden aan het kantoor te Y van Q & Q Belastingadviseurs, als gemachtigden van de belanghebbende, tot bijstand vergezeld van de heer A., alsmede, namens de Inspecteur, de heren mr. H., mr. J. en P.

    Partijen hebben ter zitting ieder een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Het Hof rekent deze pleitnota's tot de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT