Eerste aanleg - enkelvoudig van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 30 de Julio de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Julio de 2004
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

BELASTINGKAMER

Nr. 02/00601

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH

U I T S P R A A K

Uitspraak van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, twaalfde enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van de heer X te Y (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het hoofd van de eenheid particulieren/ondernemingen buitenland te Heerlen van de rijksbelastingdienst (hierna, evenals de voorzitter van het managementteam van het onderdeel belastingdienst/Limburg van de rijksbelastingdienst, de thans ten aanzien van belanghebbende bevoegde inspecteur, aan te duiden als: de inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende na te melden aanslagen.

  1. Ontstaan en loop van het geding

    1.1. Belanghebbende heeft voor het jaar 1998 aangifte gedaan van een belastbaar inkomen van negatief fl. 35.043,--. Bij de aanslagregeling inkomstenbelasting betreffende het jaar 1998 heeft de inspecteur het door belanghebbende aangegeven belastbare inkomen met fl. 25.638,-- gecorrigeerd en vastgesteld op negatief

    fl. 9.405,--.

    1.2. Belanghebbende heeft voor het jaar 1999 aangifte gedaan van een belastbaar inkomen van nihil. Bij de aanslagregeling inkomstenbelasting voor het jaar 1999 heeft de inspecteur het door belanghebbende vastgestelde belastbare inkomen met fl. 64.033,-- gecorrigeerd en vastgesteld op fl. 64.033,--.

    1.2. Belanghebbende heeft tegen de aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 1998 en 1999 afzonderlijke bezwaarschriften ingediend. Bij de bestreden uitspraak heeft de inspecteur die aanslagen gehandhaafd.

    1.3. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van euro 29. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

    1.4. Belanghebbende heeft, na daartoe door het hof in de gelegenheid te zijn gesteld, schriftelijk gerepliceerd. De inspecteur heeft schriftelijk gedupliceerd.

    1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 12 februari 2004 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer drs. P van M belastingadviseurs te U als gemachtigde van belanghebbende, en namens de inspecteur mevrouw C.

    Belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de wederpartij en aan het hof. Het hof rekent deze pleitnota tot de stukken van het geding.

    1.6. Het Hof heeft met toepassing van artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht het onderzoek ter zitting geschorst en met toepassing van artikel 8:45 van die wet belanghebbende bij brief van 26 februari 2004 in de gelegenheid gesteld om voor een van zijn stellingen nader schriftelijk bewijs bij te brengen. Vervolgens heeft tussen het hof en partijen een briefwisseling plaatsgevonden. Deze met partijen gevoerde correspondentie behoort tot de stukken van het geding.

    1.7. Met toestemming van partijen heeft het hof bepaald dat de nadere zitting achterwege blijft. Het hof heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

  2. Feiten

    Op grond...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT