Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 27 de Julio de 2004

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Julio de 2004
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. MBR

rolnr. C0300942/MA

ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,

tweede kamer, van 27 juli 2004,

gewezen in de zaak van:

de besloten vennootschap [APPELLANTE],

gevestigd te [plaatsnaam], gemeente [gemeentenaam],

appellante in principaal appel,

geÔntimeerde in incidenteel appel,

procureur: mr. J.E. Lenglet,

tegen:

[GEœNTIMEERDE],

h.o.d.n. DEURWAARDERSKANTOOR [GEœNTIMEERDE],

wonende en kantoorhoudende te [plaatsnaam], gemeente [gemeentenaam],

geÔntimeerde in principaal appel,

appellant in incidenteel appel,

procureur: mr. Ph.C.M. van der Ven,

op het bij exploot van dagvaarding van 1 augustus 2003 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de rechtbank te Maastricht, onder rolnummer 74284/HA ZA 02-388 op 11 juni 2003 gewezen tussen appellante in principaal appel (hierna: [appellante]) als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie en geÔntimeerde in principaal appel (hierna: [geÔntimeerde]) als eiser in conventie en verweerder in reconventie.

  1. De procedure in eerste aanleg

    Hiervoor verwijst het hof naar het beroepen vonnis

    en naar het daaraan voorafgaande tussenvonnis van

    12 december 2002.

  2. De procedure in hoger beroep

    Bij appeldagvaarding heeft [appellante] vier grieven tegen het beroepen vonnis aangevoerd, haar eis in reconventie voorwaardelijk gewijzigd en geconcludeerd tot hetgeen aan het slot van de appeldagvaarding staat omschreven.

    Bij memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, heeft [geÔntimeerde] vier producties overgelegd, de grieven van [appellante] bestreden, in incidenteel appel ÈÈn grief voorgedragen, en geconcludeerd tot hetgeen aan het slot van die memorie staat omschreven.

    [Appellante] heeft een memorie van antwoord in het incidentele appel genomen.

    Tot slot hebben partijen de gedingstukken voor arrest overgelegd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de exacte inhoud van de grieven verwijst het hof naar de appeldagvaarding en naar de memorie van grieven in incidenteel appel.

  4. De beoordeling

    4.1. Tussen partijen staat het volgende vast.

    1. Tussen [appellante] en [geÔntimeerde] is omstreeks eind 2000 overeengekomen dat [geÔntimeerde] voor [appellante] zou trachten vorderingen te incasseren die [appellante] had op [bedrijfsnaam] v.o.f. (hierna: Sun City), [debiteur 1] en [debiteur 2], ten bedrage van respectievelijk ƒ 64.835,79, ƒ 6.071,49

      en ƒ 2.174,52. In verband met de incasso-opdrachten terzake [debiteur 1] en [debiteur 2] heeft [appellante] twee voorschotten betaald aan [geÔntimeerde] van elk ƒ 500,--.

    2. [GeÔntimeerde] heeft voor de vordering tegen [debiteur 2] een procedure gevoerd voor de kantonrechter, hetgeen heeft geleid tot een verstekvonnis waarbij [debiteur 2] is veroordeeld tot betaling van de vordering. Voorts heeft [geÔntimeerde] ten laste van [debiteur 2] executoriaal derdenbeslag gelegd. Van [debiteur 2] is ƒ 190,31 geÔncasseerd. Hierna is de Wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing verklaard op [debiteur 2].

    3. Ter incasso van de vordering op [debiteur 1] heeft [geÔntimeerde] ook een procedure gevoerd voor de kantonrechter, hetgeen heeft geleid tot een verstekvonnis waarbij [debiteur 1] is veroordeeld tot betaling van de vordering. Voorts heeft [geÔntimeerde] ter inning van de vordering ten laste van [debiteur 1] executoriaal derdenbeslag gelegd. [Debiteur 1] is echter failliet verklaard en [geÔntimeerde] heeft van hem niets geÔncasseerd.

    4. Tot zekerheid voor betaling van de vordering op Sun City heeft [geÔntimeerde] conservatoir beslag gelegd op een mede aan Van den Hove toebehorende onroerende zaak. Tevens heeft [geÔntimeerde] de vordering op Sun City door een advocaat en procureur, genaamd mr. Pieters, laten aanbrengen bij de rechtbank, hetgeen heeft geresulteerd in een verstekvonnis van 8 maart 2001, waarbij Sun City is veroordeeld tot betaling van de vordering. Het conservatoir beslag is hierdoor overgegaan in een executoriaal beslag en tevens heeft [geÔntimeerde] executoriaal beslag gelegd op de inboedel van de onroerende zaak. In juni 2001 werd Sun City echter failliet verklaard. [GeÔntimeerde] heeft niets geÔncasseerd van deze schuldenaar.

    5. Mr. Pieters heeft voor de door hem verrichte werkzaamheden inzake de verstekprocedure tegen Sun City

      ƒ 3.448,62 in rekening gebracht aan [geÔntimeerde].

    6. Voor de inzake Sun City, [debiteur 1] en [debiteur 2] verrichte incassowerkzaamheden heeft [geÔntimeerde] aan [appellante] bedragen in rekening gebracht van (na aftrek van de hiervoor onder a genoemde voorschotten) respectievelijk ƒ 14.526,83, ƒ 2.089,95 en € 737,82 (de betreffende facturen zijn overgelegd als prod. 1 t/m 3 bij de inleidende dagvaarding).

    7. In mindering op het aldus in totaal in rekening gebrachte bedrag van € 8.278,19 heeft [appellante] € 3.000,-- voldaan aan [geÔntimeerde].

      4.2. In...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT