Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 16 de Marzo de 2005

Datum uitspraak16 de Marzo de 2005
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

200402964/1.

Datum uitspraak: 16 maart 2005

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellant], wonend te [woonplaats] ([land]),

en

het college van gedeputeerde staten van Groningen,

verweerder.

  1. Procesverloop

    Bij besluit van 17 februari 2004, kenmerk 2004-02780/8/A.14, MV, heeft verweerder krachtens de Wet milieubeheer aan Akzo Nobel Chemicals B.V. een revisievergunning als geregeld in artikel 8.4, eerste lid, van deze wet verleend voor een inrichting voor onder meer de productie van chloor, waterstof, natronloog en chloorbleekloog (in het membraanelectrolysebedrijf (MEB)) en de productie van monochloorazijnzuur en derivaten, en zoutzuur (in het monochloorazijnzuurbedrijf (MCA)). De inrichting is gelegen op het perceel Oosterhorn 4 te Delfzijl, kadastraal bekend gemeente Delfzijl, sectie O1, nummer 6. Dit besluit is op 23 februari 2004 ter inzage gelegd.

    Tegen dit besluit heeft appellant bij brief van 2 april 2004, bij de Raad van State ingekomen op 9 april 2004, beroep ingesteld.

    Bij brief van 9 juni 2004 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

    De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft een deskundigenbericht uitgebracht, gedateerd 21 oktober 2004. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.

    Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellant. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden.

    De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 25 januari 2005, waar appellant in persoon en verweerder, vertegenwoordigd door M.J. Hopma, J. Hiddinga, P. Kamminga en J.H. Veerkamp, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen. Voorts is als partij gehoord Akzo Nobel Chemicals B.V, vertegenwoordigd door mr. M.L. Niemˆller, advocaat te Amersfoort, en drs. J.W. Eshuis, ir. B.I. van Rhijn en F.G. Oosterhuis, gemachtigden.

  2. Overwegingen

    2.1. Appellant heeft de beroepsgrond inzake de bekendmaking van het besluit in Duitsland ter zitting ingetrokken.

    2.2. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd. Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden aan een vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn ter bescherming van het milieu. Voorzover door het verbinden van voorschriften aan de vergunning...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT