Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 18 de Abril de 2005

Datum uitspraak18 de Abril de 2005
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

E N K E L V O U D I G E K A M E R

03/4206 NABW

U I T S P R A A K

in het geding tussen:

[appellant], wonende te [woonplaats], appellant,

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente 's-Gravenhage, gedaagde.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Met ingang van 1 januari 2004 heeft gedaagde het besluit tot delegatie van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaar aan de Commissie Sociale Zekerheid van de gemeente 's-Gravenhage ingetrokken. In deze uitspraak wordt onder gedaagde tevens verstaan de Commissie Sociale Zekerheid van de gemeente

    's-Gravenhage.

    Namens appellant heeft mr. M.H. Samama, advocaat te 's-Gravenhage, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 8 juli 2003,

    reg.nr. 02/04317 ABW.

    Gedaagde heeft een verweerschrift ingediend.

    Het geding is behandeld ter zitting van 7 maart 2005, waar appellant zich heeft laten vertegenwoordigen door mr. Samama en waar gedaagde zich - met voorafgaand bericht - niet heeft laten vertegenwoordigen.

  2. MOTIVERING

    Voor een overzicht van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad, mede gelet op de gedingstukken, naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.

    Ter uitvoering van de uitspraak van de Raad van 6 augustus 2002,

    reg.nr. 00/3195 NABW, heeft gedaagde bij besluit van 10 oktober 2002 opnieuw op het bezwaar van appellant beslist en daarbij het bezwaar ongegrond verklaard en de weigering om terug te komen van de besluiten van 12 januari 1994, 23 mei 1995, 1 september 1997 en 2 oktober 1997 gehandhaafd.

    Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank - met bepalingen omtrent griffierecht en proceskosten - het beroep tegen het besluit van 10 oktober 2002 gegrond verklaard, dat besluit vernietigd wegens strijd met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven.

    Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen de aangevallen uitspraak gekeerd voorzover daarbij de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand zijn gelaten met betrekking tot het besluit van gedaagde om niet terug te komen van de - oorspronkelijke - besluiten van 12 januari 1994 en 23 mei 1995.

    De Raad komt tot de volgende beoordeling.

    Volgens vaste jurisprudentie van de Raad dient de bestuursrechter in geval van een herhaalde aanvraag het oorspronkelijke besluit tot uitgangspunt te nemen en zich in beginsel te beperken tot de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT