Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 20 de Mayo de 2005

Datum uitspraak20 de Mayo de 2005
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 40.395

20 mei 2005

EC

gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 17 december 2003, nr. 01/02004, betreffende na te melden aan X B.V. (voorheen A N.V.) te Z opgelegde naheffingsaanslag in de brandstoffenbelasting.

  1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof

    Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1996 tot en met 31 december 1997 een naheffingsaanslag in de brandstoffenbelasting opgelegd ten bedrage van ƒ 57.017.397 aan enkelvoudige belasting met een verhoging van ƒ 1.400.000, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd met het bedrag van de verhoging.

    Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

    Het Hof heeft het beroep gegrond verklaard en de uitspraak van de Inspecteur, alsmede de naheffingsaanslag, vernietigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    De Staatssecretaris heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

    De Staatssecretaris heeft een conclusie van repliek ingediend en belanghebbende een conclusie van dupliek.

    De Advocaat-Generaal J.A.C.A. Overgaauw heeft op 25 oktober 2004 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1. Het Hof heeft geoordeeld dat het de kennelijke bedoeling is geweest van de wetgever om met het bepaalde in artikel 24, letter b, van de Wet belastingen op milieugrondslag (tekst tot 1 januari 2000; hierna: de Wet) in de situatie dat aan iemand als belanghebbende door degene die het aardgas heeft gewonnen, aardgas wordt afgeleverd, uitsluitend degene die het aardgas binnen Nederland heeft gebracht als belastingplichtige aan te wijzen. Op grond hiervan heeft het Hof geoordeeld dat belanghebbende de van haar nageheven belasting niet is verschuldigd. Daartegen richt zich het middel.

    3.2. Niet in geschil is dat het onderhavige aardgas niet als brandstof is gebruikt door degene die dat gas heeft gewonnen. Hier doet zich derhalve niet voor het geval bedoeld in artikel 24, letter a, van de Wet, zodat naar luid van artikel 24, letter b, de vraag wie belastingplichtig is ter zake van de aflevering of het gebruik van dat aardgas, wordt beheerst door laatstgenoemde bepaling.

    3.3. Ingevolge artikel 24, letter b, van de Wet wordt de belasting geheven van degene die door hem binnen Nederland gebracht aardgas dan wel aan hem afgeleverd aardgas door degene die het heeft gewonnen, aflevert of gebruikt. Uit de tekst van die bepaling volgt dat degene die de belastingplichtige is ter zake van een in artikel 21, leden 3 en 5, van de Wet omschreven belastbaar feit, die hoedanigheid heeft, hetzij op grond van de omstandigheid dat aan hem door de winner van het aardgas dat aardgas is geleverd, hetzij op grond van de omstandigheid dat het aardgas door hem binnen Nederland is gebracht. Zoals blijkt uit de in de bijlage bij de conclusie van de Advocaat-Generaal, in het bijzonder de onderdelen 6 en 8, weergegeven geschiedenis van de totstandkoming van artikel 24, letter b, van de Wet, is de laatstbedoelde omstandigheid als grond voor het belastingplichtig kunnen zijn toegevoegd met het oog op het geval dat er geen belastingplichtige zou zijn aan te wijzen op grond van eerstbedoelde omstandigheid. Uit de wetsgeschiedenis blijkt niet of daarbij wel of niet mede is gedacht aan het geval dat aardgas in Nederland wordt betrokken van een winner die dat gas tevoren in Nederland heeft gebracht. Derhalve dient aan de hand van de tekst van voormelde bepaling, gelezen in het licht van het systeem van de Wet, te worden beoordeeld of in dat geval het binnenbrengen in Nederland dan wel het in Nederland betrekken van aardgas van een winner het beslissende aanknopingspunt is voor het aanwijzen van de belastingplichtige. De eerste mogelijkheid sluit aan bij de hoofdregel van de Wet, terwijl de tweede mogelijkheid een toepassing zou opleveren van de verleggingsregeling. Bij gebreke van aanwijzingen dat de verleggingsregeling ook is bedoeld voor aardgas dat buiten Nederland is gewonnen, moet de conclusie zijn dat indien op grond van het binnenbrengen een belastingplichtige is aan te wijzen, de omstandigheid dat deze binnenbrenger ook de winner is van het gas, er niet toe leidt dat in plaats van de binnenbrenger een ander de hoedanigheid van belastingplichtige krijgt.

    Op grond van het hiervoor overwogene faalt het middel.

  4. Proceskosten

    De Staatssecretaris van Financiën zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaken met de nummers 40396, 40397 en 40398 met de onderhavige zaak samenhangen in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

  5. Beslissing

    De Hoge Raad:

    verklaart het beroep ongegrond,

    veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op een kwart van € 1932, derhalve € 483, voor beroepsmatig verleende rechts-bijstand, en wijst de Staat aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

    Dit arrest is gewezen door de vice-president A.E.M. van der Putt-Lauwers als voorzitter, en de raadsheren F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet, P. Lourens en J.W. van den Berge, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2005.

    Van de Staat wordt ter zake van het door de Staatssecretaris van Financiën ingestelde beroep in cassatie een griffierecht geheven van € 414.

    PROCUREUR-GENERAAL BIJ DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

    MR. J.A.C.A. OVERGAAUW

    ADVOCAAT-GENERAAL

    Nrs. 40 395, 40 396, 40 397, 40 398

    Derde Kamer (B)

    Brandstoffenbelasting 1996-2000

    Conclusie van 25 oktober 2004 inzake:

    DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

    TEGEN

    X BV

  6. Feiten, loop van het geding en geschil in cassatie

    1.2 Belanghebbende, toen nog A NV, heeft, met het oog op de gasvoorziening ten behoeve van vorenbedoelde centrale, op 16 juni 1989 een overeenkomst gesloten (de Gas Sales Agreement, tezamen met de aanvullingen daarop en de bijbehorende overeenkomsten door partijen en ook hierna genoemd: de TGSA) met C s.a. (opererend onder de handelsnaam en hierna ook genoemd: C), D a.s. en E a.s., in die overeenkomst gezamenlijk aangeduid als 'the Sellers'. In die overeenkomst is - onder meer - het volgende opgenomen:

    '1 DEFINITIONS AND APPENDICES

    (...)

    (42) 'Quality Measurement Plant' shall mean the F A/S located on the North Sea coast near the city of R in the Federal Republic of Germany, or a new plant located near the F A/S, constructed or caused to be constructed by the Sellers, which shall be used for the quality determination under this Agreement.

    (43) 'Quantity Measurement Plant' shall mean the facility located at the a-site near the Delivery Point, which shall be used for the measurement and determination of quantities of Processed Gas delivered under this Agreement.

    (...)

    4 DELIVERY POINT, TITLE AND RISK

    The Processed Gas shall be delivered at the point where the gas transportation system from the Quantity Measurement Plant is connected to the Buyer's facilities at the a-site as further described in Appendix 2 hereto.

    The risk of loss of and the title to the Processed Gas to be delivered under the terms of this Agreement, shall pass from the Sellers to the Buyer at the Delivery Point.

    (...)

    6 PRICE

    6.1 Price Formula

    The development of the Contract Price (P) during the term of this Agreement reflects the price which as of 1 April 1988 would make the Buyer indifferent in the choice between a new Coal Fired Power Plant and a new Gas Fired Power Plant.

    The Contract Price (P) in NLG/Nm³ for Processed Gas applicable quarterly at the Delivery Point, shall be calculated as follows:

    P = Po (X . I + Y - L + Z C/Co)

    (...)

    6.4 Definitions

    (...)

    C = the cost of coal per GJ (Net Calorific Value) delivered at site in the Netherlands. (...)

    C shall include any and all taxes, royalties, duties, levies or other charges imposed by any governmental authority of the Netherlands or by the European Community on the transportation, purchase, import or use of coal, excluding value added tax (VAT), turnover taxes and/or similar taxes by the coal purchaser. The Buyer represents that at the date hereof no such taxes, royalties, duties, levies or other charges are imposed except for the environmental levy ('milieuheffing') imposed by the government of the Netherlands by 'Wet van 30 maart 1988 tot uitbreiding van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne met betrekking tot de financiering van het beleid op het gebied van de milieuhygiëne'.

    Co = 3.54 NLG/GJ

    Co includes the environmental levy ('milieuheffing') for power plants using coal applicable as of 1 April 1988 after deduction of the restitution of part of such levy due to full desulphurization of flue gasses.

    (...)

    6.9 Taxes

    Any and all taxes, royalties, duties, levies or other charges imposed by any governmental authority of the Netherlands or by the European Community on the transportation, purchase, import or use of natural gas or Processed Gas delivered or to be delivered hereunder for which the Sellers may be held legally liable, shall be for the account of the Sellers. The Buyer represents that at the date hereof no such taxes, royalties, duties, levies or other charges are imposed except for the environmental levy ('milieuheffing') imposed by the government of the Netherlands by 'Wet van 30 maart 1988 tot uitbreiding van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne met betrekking tot de financiering van het beleid op het gebied van de milieuhygiëne'.

    Notwithstanding the above and the provisions of Article 4, the Buyer shall reimburse to the Sellers any amount of value added taxes (VAT), turnover taxes and/or similar taxes deductible by the Buyer for which the Sellers may be legally liable. Such taxes shall be paid in addition to...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT