Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Breda, 20 de Mayo de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak20 de Mayo de 2005
Uitgevende instantie:Rechtbank Breda

04 / 749 ALGEM RECHTBANK BREDA

Sector bestuursrecht

Meervoudige kamer

UITSPRAAK

in de zaak van

Thermo Analytical B.V., gevestigd te Breda, eiseres,

gemachtigde M.C.F.M. Mollee,

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), verweerder.

  1. Procesverloop

    Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 11 maart 2004 (bestreden besluit), inzake de weigering terug te komen op een eerder boetebesluit. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 21 april 2005, waarbij aanwezig waren eiseres en haar gemachtigde en namens verweerder mr. A.J.J.M. van Eijk.

  2. Beoordeling

    2.1 Op grond van de gedingstukken en de behandeling ter zitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

    Bij besluit van 19 juli 2001 heeft verweerders rechtsvoorganger, het Landelijk instituut sociale verzekeringen (hierna ook: verweerder) eiseres een boete opgelegd in verband met de te late indiening van het volledige reÔntegratieplan met betrekking tot een arbeidsongeschikte werk-nemer. Bij beslissing op bezwaar van 29 november 2001 heeft verweerder het besluit van 19 juli 2001 gehandhaafd. Tegen deze beslissing is geen beroep ingesteld.

    Eiseres heeft verweerder verzocht terug te komen op het besluit van 19 juli 2001. Bij primair besluit van 30 oktober 2003 heeft verweerder dat geweigerd.

    Bij het bestreden besluit heeft verweerder de bezwaren van eiseres tegen het primaire besluit van 30 oktober 2003 ongegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij overwogen dat geen sprake is van nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden en evenmin de evidente onjuistheid van het eerdere besluit is aangetoond.

    2.2 Eiseres heeft, samengevat, gewezen op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 6 november 2001, gepubliceerd in Uitspraken Sociale Zekerheid (USZ) 2002, 19. In die uitspraak heeft de CRvB geoordeeld dat het Besluit boete ZW/WAO werkgevers (Boete-besluit) niet in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen, waaronder artikel 45a, tweede lid, van de Ziektewet (ZW), nu dit geen regels bevat met betrekking tot de afstemming van de boete op de mate van verwijtbaarheid van het verzuim. Eiseres leidt uit deze uitspraak, en uit andere uitspraken van de CRvB, af dat eiseres zonder wettelijke grondslag en daarmee ten onrechte door verweerder is gesanctioneerd, en dat verweerder daarom niet kan weigeren terug te komen op die sanctie. Zij vindt voor die...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT