Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, 11 de Abril de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak11 de Abril de 2005
Uitgevende instantie:Rechtbank 's-Gravenhage

Rechtbank 's-Gravenhage

sector bestuursrecht

tweede afdeling, enkelvoudige kamer

Reg. nr. AWB 04/30 AW

UITSPRAAK

als bedoeld in artikel 8:77

van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

Uitspraak in het geding tussen

[eiser], wonende te [woonplaats], eiser,

en

de staatssecretaris van Defensie, verweerder.

Ontstaan en loop van het geding

Bij brief van 23 mei 1996 is eiser na een reorganisatie met ingang van 1 juni 1996 geplaatst in de functie van Hoofd Bureau Formatiezaken FUWA NACO van de Koninklijke Landmacht.

Bij brieven van 7 november 2000, 7 mei 2001 en 23 oktober 2002 heeft eiser verweerder verzocht zijn functie definitief te willen vaststellen en waarderen.

Verweerder heeft eiser bij brief van 22 november 2002 op de hoogte gesteld van zijn voornemen de waarderingsuitkomst van de aan eiser opgedragen functie vast te stellen op hoofdgroep IV, niveaugroep d (functieschaal 11).

Bij brief van 12 december 2002 heeft eiser zijn bedenkingen tegen dit voornemen geuit.

Bij brief van 5 juni 2003 heeft verweerder eisers functie volgens het op 1 januari 1997 van kracht geworden functiewaarderingssysteem FUWADEF, vastgesteld in hoofdgroep IV, niveaugroep d (functieschaal 11).

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 8 juli 2003 bezwaar gemaakt bij verweerder.

Bij brief van 26 augustus 2003 deelt verweerder eiser mee dat zijn bezwaar, voor zover gericht tegen de uitkomst van de functiewaardering, moet worden gezien als bedenkingen op grond waarvan een inhoudelijke functiewaarderingstechnische heroverweging dient te worden uitgevoerd. Het bezwaarschrift is voor de beoordeling van dit gedeelte doorgezonden naar de Afdeling Beleidsontwikkeling, Directoraat-Generaal Personeel en Materieel.

Eiser is voor zover zijn bezwaar was gericht tegen de door verweerder gehanteerde functiewaarderingssytematiek op 22 september 2003 door verweerder gehoord.

Het bij brief van 16 oktober 2003 bij deze rechtbank ingestelde beroep tegen het niet tijdig beslissen op eisers bezwaar, is bij uitspraak van 18 december 2003 gegrond verklaard.

Bij besluit van 18 november 2003 heeft verweerder eisers bezwaar tegen de gehanteerde functiewaarderingssystematiek ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 29 december 2003, van gronden voorzien bij brief van 26 februari 2004, beroep ingesteld bij deze rechtbank.

Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en tevens bij brief van 4 oktober 2004 een verweerschrift ingediend.

Het beroep is op 2 februari 2005 ter zitting behandeld.

Eiser is in persoon...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT