Kort geding van Rechtbank 's-Gravenhage, Voorzieningenrechter, 16 de Junio de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Junio de 2005
Uitgevende instantie:Voorzieningenrechter

rvp\I

zaaknummer: 240994

rolnummer: KG ZA 05-444

datum vonnis: 16 juni 2005 (bij vervroeging)

RECHTBANK 's-GRAVENHAGE

Sector Civiel Recht · Voorzieningenrechter

Vonnis in kort geding in de zaak met bovengenoemd zaak- en rolnummer

van:

[eiser],

wonende te [woonplaats],

eiser,

procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,

advocaat: mr. M.A. Mak te Amsterdam,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HEINEKEN TECHNICAL SERVICES B.V.,

gevestigd te Amsterdam met als nevenvestiging Zoeterwoude,

gedaagde,

procureur: mr. C.J.J.C. van Nispen,

advocaten: mrs. C.J.J.C. van Nispen en M.E. Santman.

Partijen worden hierna (ook in het dictum) aangeduid als [eiser] en Heineken.

OVERWEGINGEN BETREFFENDE DE LOOP VAN HET GEDING

[eiser] heeft Heineken, na daartoe verkregen last, doen dagvaarden in kort geding tegen 7 juni 2005. Ter zitting heeft mr. Mak de stellingen van [eiser] toegelicht aan de hand van pleitaantekeningen en producties, daarin bijgestaan door ir. F.A.T. van Looijengoed, octrooigemachtigde. Heineken heeft verweer gevoerd ter bedoelde zitting bij monde van mr. Van Nispen, eveneens aan de hand van pleitaantekeningen en producties en met bijstand van ir. J.J. Bottema, octrooigemachtigde. Vervolgens is vonnis gevraagd op de stukken, waartoe behoren bedoelde pleitaantekeningen en producties, welk vonnis nader is bepaald op heden.

RECHTSOVERWEGINGEN

  1. Uitgangspunten

    1.1 In kort geding kan van het volgende worden uitgegaan.

    1.2 Centraal staat de relatie tussen partijen in het kader van wat bij Heineken is gaan heten het Delft-project: Een in 1996 binnen Heineken begonnen project dat de ontwikkeling van een 5 liter vaatje beoogde met interne drukgeneratie, zodanig dat uit het vaatje bier onder constante druk kan worden getapt. Het Delft-project is inmiddels voltooid. Na een test op de Nederlandse markt in december 2003 volgde marktintroductie in Frankrijk en de Verenigde Staten, andere landen zullen spoedig volgen.

    1.3 In het kader van dat project is door Heineken op 16 maart 1998 een octrooiaanvrage ingediend die op 17 september 1999 heeft geleid tot het Nederlands (registratie)octrooi NL 1008601 (hierna: NL '601) voor een inrichting voor het afgeven van een fluïdum.

    [betrokkene], projectleider van het Delft-project bij Heineken, wordt hierin als uitvinder genoemd. Kort gezegd behelst dit een eerste aanzet tot het toepassen van spuitbustechnologie op biervaten. Hoofdconclusie 1 van dit octrooi, dat prioriteitsdocument is voor het ten processe genoemde (maar niet overgelegde) Europees octrooi EP 1 064 221, luidt aldus:

  2. Inrichting voor het afgeven van een fluïdum, voorzien van een houder met een eerste compartiment, en een tweede compartiment, waarbij het eerste compartiment is ingericht voor het opnemen van een drijfgas, waarbij althans

    tijdens gebruik tussen het eerste en het tweede compartiment een opening is voorzien, waarbij drukregelmiddelen zijn aangebracht voor het tijdens gebruik regelen van de druk van uit het tweede compartiment in het eerste compartiment stromende drijfgas, waarbij in het tweede compartiment vulmiddelen zijn opgenomen voor het absorberen en/of adsorberen

    van ten minste een gedeelte van het drijfgas.

    Volgens afhankelijke conclusies 2 en 3 van dit octrooi is het drijfgas tenminste CO2 en omvatten de vulmiddelen tenminste actieve kool. Afhankelijke conclusie 4 heeft het oog op in het bijzonder bier, waarin tevens bepaalde drukverhoudingen worden geclaimd.

    1.4 Via de toenmalige levenspartner van [eiser], [partner van eiser], die werkzaam was (en nog steeds is) bij Heineken en betrokken was bij het Delft-project, is [eiser] met het Delft-project in aanraking gekomen. (Toevalligerwijs) rond de tijd dat [eiser] solliciteerde naar een functie bij Heineken, heeft hij, mede omdat hij wel vaker projecten voor Heineken had gedaan, van [betrokkene] opdracht gekregen een transparant prototype van een 5 liter vaatje te vervaardigen, waarmee [betrokkene] tapproeven en drukmetingen wilde uitvoeren. In de zomer van 1998 was wat Heineken betreft in juni/juli duidelijk dat [eiser] in dienst kon treden als Senior Packaging Engineer en moest nog nader overeenstemming bereikt worden over de arbeidsvoorwaarden.

    In augustus 1998 is een eerste concept arbeidsovereenkomst gewisseld en een non-concurrentiebeding getekend, waarna in september 1998 het arbeidscontract (voor bepaalde tijd van 2 jaar met ingang van 1 december 1998) is getekend door partijen. Daarin is onder meer het navolgende overeengekomen:

    Artikel 3

    Het is de werkgever bekend dat de werknemer thans voor eigen rekening en risico bedrijfsmatig activiteiten uitoefent, welke activiteiten mogelijk raakvlakken hebben met de werkzaamheden bij de werkgever tijdens het dienstverband.

    De werknemer zal voor het aangaan van deze arbeidsovereenkomst aan de werkgever een schriftelijk limitatief overzicht overleggen van de projecten waar de werknemer zich op dat moment bedrijfsmatig mee bezighoudt en welke (een)

    raakvlak(ken) hebben met de door de werknemer tijdens het dienstverband te verrichten werkzaamheden. Het overzicht zal tevens een duidelijke omschrijving van de inhoud van deze projecten bevatten.

    De werkgever heeft boven ieder ander als eerste het recht een keuze te maken

    uit genoemde projecten, en de intellectuele eigendomsrechten hiervan te verwerven. De werkgever zal voor de overdracht van deze rechten aan de werkgever

    een vergoeding betalen.

    Het staat de werknemer vrij om tijdens het dienstverband voor eigen rekening en risico bedrijfsmatig activiteiten te blijven uitoefenen op de tot dusverre gebruikelijke wijze, mits en zolang deze geen schade toebrengen aan de belangen

    van de werkgever in de ruimste zin des woords. Werknemer verplicht zich zijn activiteiten waarvan hij redelijkerwijs kan weten raakvlakken te hebben met activiteiten van werkgever in de ruimste zin des woords in een voorafgaande

    schriftelijke verklaring aan werkgever te overleggen.

    Alle kennis en ideeën die binnen het dienstverband door de werknemer worden ontwikkeld in het kader van de uitoefening van zijn reguliere werkzaamheden voor de werkgever, worden automatisch en van rechtswege eigendom van de

    werkgever.

    Werknemer is verplicht jaarlijks hiervan aan de werkgever schriftelijk een overzicht te verstrekken.

    (...)

    1.5 Het in art. 3 van de arbeidsovereenkomst bedoelde schriftelijke limitatieve overzicht voorzien van een duidelijke omschrijving van de inhoud van de bedoelde projecten is door [eiser] niet verschaft.

    1.6 Op 10 augustus 1999 respectievelijk 27 augustus 1999 zijn door Heineken drie octrooien aangevraagd, telkens met vermelding van [betrokkene] en [eiser] als uitvinders, die zien op het Delft-project. De aanvraag van 10 augustus 1999 heeft geleid tot Nederlands octrooi 1012802 (hierna: NL '802), dat weer aanleiding is geweest tot EP 1 140 692, dat alleen is genoemd, maar niet is overgelegd in deze procedure. NL '802 ziet op een container voor het opslaan en afgeven...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT