Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 12 de Abril de 2005

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Abril de 2005
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

typ. MBR

rolnr. C0301035/HE

ARREST VAN HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH,

vierde kamer, van 12 april 2005,

gewezen in de zaak van:

de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging BOLTAS SPEDITION UND HANDEL GMBH,

gevestigd te Allersberg, Duitsland,

appellante bij exploot van dagvaarding van 21 juli 2003,

procureur: mr. G.D. Noordijk,

tegen:

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BMA NEDERLAND B.V.,

    gevestigd te Woerden,

  2. de naamloze vennootschap NIEUWE HOLLANDSE LOYD SCHADEVERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,

    gevestigd te Woerden,

  3. de naamloze vennootschap FORTIS CORPORATE INSURANCE N.V.,

    gevestigd te Amstelveen,

  4. de naamloze vennootschap AXA SCHADE N.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

  5. de naamloze vennootschap ROYAL NEDERLAND SCHADEVERZEKERING N.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

  6. de naamloze vennootschap AEGON SCHADEVERZEKERING N.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

  7. de vennootschap naar het recht van de plaats van haar vestiging ALBINGIA VERSICHERUNG A.G.,

    gevestigd te Hamburg, Duitsland,

  8. de naamloze vennootschap HANNOVER INTERNATIONAL INSURANCE (NEDERLAND) N.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

  9. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid N.A.G. NEDERLANDSE ASSURADEURENGROEP B.V.,

    gevestigd te Amsterdam,

    gentimeerden bij gemeld exploot,

    procureur: mr. J.E. Lenglet,

    op het hoger beroep van het door de rechtbank te 's-Hertogenbosch gewezen vonnis van 23 april 2003 tussen appellante - verder te noemen Boltas - als gedaagde en gentimeerden - verder gezamenlijk te noemen BMA c.s., gentimeerde sub 1 afzonderlijk ook aan te duiden als BMA, en de overige gentimeerden tezamen ook als: verzekeraars - als eisers.

  10. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 68309/HA ZA 01-1562)

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

  11. Het geding in hoger beroep

    Bij memorie van grieven heeft Boltas zeven grieven aangevoerd tegen het vonnis, waarvan beroep en geconcludeerd tot vernietiging van dat vonnis met alsnog afwijzing van de vordering van BMA c.s. en veroordeling van BMA c.s. in de proceskosten van beide instanties.

    Bij memorie van antwoord hebben BMA c.s. onder overlegging van twee producties de grieven van Boltas bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis van de rechtbank, met veroordeling van Boltas in de proceskosten van beide instanties.

    Partijen hebben vervolgens de zaak doen bepleiten door hun advocaten, Boltas door mr. G. Elenbaas en BMA c.s. door mr. V.R. Pool, die zich daarbij bediend hebben van in het geding gebrachte pleitnotities. Bij die gelegenheid heeft Boltas bij akte nog twee producties in het geding gebracht; BMA c.s. hebben nog n productie in het geding gebracht.

    Na afloop van de pleidooien hebben partijen onder over-legging van de processtukken arrest gevraagd.

  12. De gronden van het hoger beroep

    Voor de exacte inhoud van de grieven van Boltas verwijst het hof naar de memorie van grieven.

  13. De beoordeling

    4.1 Nu geen grieven zijn aangevoerd tegen de door de rechtbank onder 2.1 van haar vonnis vastgestelde feiten vormen deze ook voor het hoger beroep het uitgangspunt, met dien verstande dat waar de rechtbank aan het slot van die rechtsoverweging spreekt over "op de bestemming afgeleverd", daarmede niet bedoeld is aflevering te Izmir, Turkije doch de (terug)bezorging van de beschadigde zending op een (ander) adres, in Nederland.

    4.2 Het gaat in deze zaak om het volgende.

    4.2.1 Op of omstreeks 29 december 1999 heeft Boltas van BMA opdracht gekregen en aanvaard tot het vervoeren van twee schakelkasten van Helmond in Nederland naar Izmir in Turkije. Op dat vervoer is dwingendrechtelijk van toepassing het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR), nu de overeenkomst betrof vervoer vanuit Nederland naar Turkije.

    Uit de stellingen van partijen over en weer leidt het hof af dat partijen, waar het niet die dwingendrechtelijke CMR-bepalingen betreft overigens hebben gekozen voor toepassing op hun rechtsverhouding van Nederlands recht.

    4.2.2 Op 30 december 1999 zijn bij LvH Besturingstechniek B.V., verder te noemen LvH, te Helmond de schakelkasten ingeladen in een door Boltas tot dat vervoer ter beschikking gestelde vrachtwagen en is een aanvang gemaakt met de reis. Tijdens het vervoer zijn de schakelkasten beschadigd geraakt; deze zijn vervolgens naar een (ander) adres, in Nederland gebracht en daar beschadigd achtergelaten.

    4.2.3 De zending was met het oog op dit transport verzekerd. Verzekeraars hebben aan BMA schadevergoeding uitgekeerd, volgens BMA c.s. zoals door hen in eerste aanleg gesteld ten bedrage van hfl. 171.655,50. Verzekeraars stellen dat BMA te dezer zake hun verzekerde was en dat zij tot dat bedrag zijn gesubrogeerd in de rechten van hun verzekerde.

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT