Eerste aanleg - meervoudig van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 12 de Diciembre de 1996

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Diciembre de 1996
Uitgevende instantie:Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands)

GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE

tweede meervoudige belastingkamer

12 december 1996

nummer 95/3761

UITSPRAAK

op het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid Particulieren/Ondernemingen P van de Belastingdienst, betreffende na te noemen naheffingsaanslag.

  1. Naheffingsaanslag en bezwaar

    Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 1994 tot en met 31 december 1994 een naheffingsaanslag in de loonbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd ten bedrage van ƒ 38.250, zonder verhoging.

    Deze naheffingsaanslag is, na daartegen door belanghebbende gemaakt bezwaar, door de Inspecteur bij de bestreden uitspraak gehandhaafd.

  2. Loop van het geding

    Belanghebbende is van de bovenvermelde uitspraak in beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmede is van belanghebbende door de griffier een griffierecht geheven van ƒ 75. De Inspecteur heeft een vertoogschrift ingediend.

    De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 31 oktober 1996, gehouden te 's_Gravenhage. Aldaar zijn verschenen de gemachtigde van belanghebbende, A, belastingadviseur te Q, alsmede namens de Inspecteur B, tot zijn bijstand vergezeld van C.

    De gemachtigde van belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en overgelegd, waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden aangemerkt. Ter zitting is voorts door de Inspecteur ÈÈn stuk aan het Hof overgelegd, zulks zonder bezwaar van de kant van de wederpartij, aan wie ter zitting de gelegenheid is gegeven van de inhoud daarvan kennis te nemen en zich daarover uit te laten. Ook de inhoud van dit stuk moet als hier ingelast worden aangemerkt.

  3. Vaststaande feiten

    Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde is, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:

    Belanghebbende heeft in december 1994 aan haar directeur D _ die middellijk, via een holding, ook alle aandelen in belanghebbende bezit _ een extra arbeidsbeloning toegekend. Dienaangaande is in de notulen van een bijzondere vergadering van aandeelhouders, gehouden op 28 december 1994 te S, het volgende vastgelegd:

    extra beloning direkteur

  4. Voorgesteld wordt om de direkteur van de BV, te weten de heer D, hierna te noemen: D, in 1994 een extra tantiËme ad bruto ƒ 100.000,- toe te kennen met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT