Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Haarlem, 21 de Enero de 1999

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Enero de 1999
Uitgevende instantie:Rechtbank Haarlem

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE HAARLEM

Meervoudige Kamer voor Bestuursrechtelijke Zaken

U I T S P R A A K

ingevolge artikel 8:66 van de Algemene wet bestuursrecht

reg.nr.: AWB 98/3277

Inzake:

Internationale Luchtvaart School B.V., zetelende te Schiphol Oost, gemeente Haarlemmermeer, eiseres,

tegen

de Minister van Verkeer en Waterstaat, verweerder.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING.

    Bij besluit van 27 mei 1997 heeft de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst afwijzend beslist op de aanvraag van eiseres om ten behoeve van een mede door haar instituut te verzorgen theoretische vliegopleiding op Aruba gelijktijdig met de B1-theorie-examens in Nieuwegein deze examens ook te laten plaatsvinden op Aruba.

    Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 10 juni 1997 een bezwaarschrift ingediend bij de Directeur-Generaal van de Rijksluchtvaartdienst.

    Bij besluit van 9 februari 1998, kenmerk JBZ/L 98.210018, heeft verweerder de bezwaren ongegrond verklaard.

    Tegen dit besluit heeft eiseres bij brief van 12 februari 1998, ter post bezorgd op 23 februari 1998, beroep ingesteld.

    Desgevraagd heeft verweerder de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd alsmede een verweerschrift gedateerd 17 juli 1998 ingediend.

    Het beroep is behandeld ter zitting van 17 november 1998, alwaar eiseres is verschenen bij H.R. Corsten, directeur.

    Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr I.P.G.M. Rijken en M.N.A. Burgers, ambtenaren ten departeente.

  2. OVERWEGINGEN.

    Ten aanzien van de bevoegdheid

    Ingevolge artikel 76, eerste lid, aanhef en onder g. van de Luchtvaartwet kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere voorschriften worden gegeven betreffende de opleiding van vliegtuigbestuurders.

    Ingevolge artikel 51 van de Regeling Toezicht Luchtvaart (Besluit van 22 januari 1959, Stb. 57, hierna te noemen: RTL) worden de plaats en de datum, waarop het theoretische examen aanvangt, door de directeur-generaal op voorstel van de voorzitter van de examencommissie vastgesteld; de plaats en de datum van elke zitting worden tijdig in een Mededeling aan Nederlandse Luchtvarenden en Eigenaren van Luchtvaartuigen (MAL) als bedoeld in artikel 150 bekend gemaakt.

    Bij besluit van 17 december 1997, Stb. 726, is met ingang van 1 januari 1998 artikel 51 in die zin gewijzigd, dat de Minister van Verkeer en Waterstaat de plaats en datum, waarop het theoretisch examen aanvangt vaststelt.

    De rechtbank stelt vast dat genoemd besluit van 17 december 1997 ter zake...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT