Voorlopige voorziening van Rechtbank 's-Gravenhage, Gravenhage, 21 de Febrero de 2000

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Febrero de 2000
Uitgevende instantie:'s-Gravenhage

Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage

Sector Bestuursrecht

fungerend president

__________________________________________________

UITSPRAAK ingevolge artikel 8:84 Algemene wet

bestuursrecht juncto artikel 33a Vreemdelingenwet

__________________________________________________

Reg.nr: AWB 00/1405 VRWET

Inzake: A, zonder vaste woon- en verblijfplaats,

verzoeker,

gemachtigde mr. J.J. Eizenga, advocaat te Den Bosch,

tegen: 1. de Staatssecretaris van Justitie, verweerder 1, gemachtigde mr. H.M. Schaak, ambtenaar ten departemente;2. het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA),

verweerder 2, gemachtigde mr. M. van der Gaag, juridisch medewerker bij het COA.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    1. Verzoeker, geboren op [...] 1976, bezit de Iraakse

      nationaliteit. Hij verblijft volgens eigen verklaring sedert 4 augustus 1999 als vreemdeling in de zin van de Vreemdelingenwet (Vw) in Nederland.

    2. Op 11 augustus 1999 heeft verzoeker een aanvraag ingediend om toelating als vluchteling, welke aanvraag bij beschikking van 13 augustus 1999 niet is ingewilligd. Verzoeker heeft tegen deze beschikking een bezwaarschrift

      ingediend. Bij beschikking van 10 december 1999 is het bezwaar niet ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend.

      Op 1 februari 2000 heeft hij wederom verzocht om toelating als vluchteling.

    3. Op 5 februari 2000 heeft verzoeker aan verweerder (de Immigratie- en Naturalisatiedienst, hierna IND) verzocht om hem bij het COA aan te melden voor opvang. Verzoeker is niet bij het COA aangemeld en er is hem geen opvang

      geboden. Het COA is niet zelfstandig overgegaan tot het bieden van opvang aan verzoeker. Tegen de (fictieve) weigering om hem opvang te bieden heeft verzoeker bij schrijven van 5 februari 2000 bij

      de IND alsmede bij het COA een bezwaarschrift ingediend.

    4. Bij schrijven van 5 februari 2000 heeft verzoeker aan de president van de rechtbank verzocht om een voorziening te treffen die ertoe strekt te bepalen dat de IND verzoeker aanmeldt bij het bureau van het COA en het COA verzoeker

      alsnog opvang verleent.

      Verweerder 1 heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden.

      Verweerder 2 heeft bij brief van 15 februari 2000 eveneens stukken ingezonden en een verweerschrift.

    5. De openbare behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 februari 2000. Verzoeker is aldaar in persoon verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Zowel verweerder 1 als verweerder 2 is ter zitting verschenen bij

      gemac...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT