Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 13 de Junio de 2000
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 13 de Junio de 2000 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Rotterdam |
Parketnummer van de berechte zaak: 10.157292/99
Datum uitspraak: 13 juni 2000
Tegenspraak
VONNIS
van de ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ROTTERDAM, meervoudige economische kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
AVR-Afvalverwerking N.V.,
gevestigd te 3197 KK Rotterdam, Professor Gerbrandyweg 10,
verder te noemen verdachte vennootschap.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 29 en 30 mei 2000.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte vennootschap is ten laste gelegd hetgeen vermeld staat in de inleidende dagvaarding onder bovenvermeld parketnummer. Van deze dagvaarding is een kopie in dit vonnis gevoegd (bladzijden genummerd 1A en 1B).
DE EIS VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE
De officier van justitie mr. Kaptein heeft gerekwireerd - zakelijk weergegeven - de bewezenverklaring van het ten laste gelegde en de veroordeling van de verdachte vennootschap tot een geldboete van
ƒ15.000,-. Daarnaast heeft zij openbaarmaking van het rechterlijk vonnis door publicatie in de landelijke dagbladen gevorderd.
BEWEZEN
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte vennootschap het ten laste gelegde heeft begaan op de wijze als vermeld in de hierna ingevoegde bijlage (bladzijde genummerd 1C), die van dit vonnis deel uitmaakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte vennootschap moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezen verklaarde tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte vennootschap daardoor niet geschaad in de verdediging.
BEWIJS
De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte vennootschap het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de inhoud van wettige bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.
STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
Het bewezen feit levert op:
overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 11 van de Arbeidsomstandighedenwet,
strafbaar gesteld bij artikel 1, onder 4° van de Wet op de economische delicten (oud), begaan door een rechtspersoon.
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is strafbaar.
STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE VENNOOTSCHAP
Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT