Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank 's-Gravenhage, Amsterdam, 13 de Octubre de 2000

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Octubre de 2000
Uitgevende instantie:Amsterdam

Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage

zittinghoudende te Amsterdam

Sector Bestuursrecht

Enkelvoudige kamer voor Vreemdelingenzaken

UITSPRAAK

op grond van artikel 8:70 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) jo artikel 34a van de Vreemdelingenwet (Vw)

reg.nr.: AWB 00/62827 VRWET

inzake : A, van (gestelde) Bosnische nationaliteit, voorheen bekend als B, van (gestelde) Italiaanse nationaliteit, verblijvende in Penitentiaire Inrichting Ter Apel te Ter Apel, eiser,

tegen : de Staatssecretaris van Justitie, verweerder.

  1. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING

    Bij bevel tot bewaring van 16 september 2000 is eiser op grond van artikel 26, eerste lid, aanhef en onder a van de Vw in bewaring gesteld. Op dezelfde datum is zijn uitzetting gelast.

    Bij beroepschrift van 18 september 2000 heeft mr. J. van Appia, advocaat te Amsterdam, namens eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder tot bewaring. Daarbij is opheffing van de maatregel gevorderd, alsmede toekenning

    van een schadevergoeding.

    Het beroep is behandeld ter openbare zitting van 29 september 2000.

    Verschenen zijn eiser, bijgestaan door mr. O.O. van der Lee, kantoorgenoot van eisers gemachtigde mr. Van Appia, voornoemd, en verweerder bij gemachtigde mr. M.P. Bouma, werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst van

    verweerders ministerie.

  2. OVERWEGINGEN

    Eiser meent dat de maatregel tot bewaring van meet af aan in strijd met de wet is geweest. Hij is ten onrechte als B in bewaring gesteld. Eisers ware personalia waren al voor de inbewaringstelling bekend. Eerst op 21 september 2000

    is de tenaamstelling van het bevel tot bewaring en de last tot uitzetting gewijzigd. Daarbij kon echter niet worden volstaan met het doorhalen en wijzigen van de personalia, zoals is gebeurd. Onduidelijk is wie de doorhaling heeft

    geparafeerd. Diens bevoegdheid daartoe staat aldus niet vast. Er had (zo spoedig mogelijk) een nieuw bevel tot bewaring en een nieuwe last tot uitzetting afgegeven moeten worden, op eisers ware personalia. Ook de last tot uitzetting

    is gebrekkig. Op de last is niet vermeld aan wie deze is afgegeven. Het is wonderlijk dat ten aanzien van eiser en zijn broer C, die samen met hem is aangehouden, verschillende lasten tot uitzetting zijn afgegeven.

    De last ten aanzien van C is afgegeven door hoofdagent Martens aan hoofdagente Codrington; die ten aanzien van eiser is afgegeven door hoofdagente Codrington zelf. Bij de door verweerder ingezonden aanvullende stukken zit een

    (gewijzigde) last tot uitzetting die is opgemaakt zoals de last ten aanzien van C

    Verweerder heeft kennelijk het gebrek in de last willen herstellen. Ten aanzien van de (gewijzigde) last tot uitzetting is nog van belang dat eiser mogelijk nog in de asielprocedure zit. Tijdens het verhoor op 20 september 2000

    heeft hij immers verklaard dat hij niet weet of hij uitgeprocedeerd is. Uit het dossier blijkt niet dat zijn asielprocedure afgerond is. Als hij niet is uitgeprocedeerd...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT