Hoger beroep van Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands), 15 de Noviembre de 2000
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 15 de Noviembre de 2000 |
Uitgevende instantie: | Court of Appeal of 's-Gravenhage (Netherlands) |
Uitspraak : 15 november 2000
Rekestnummer : 431-H-00
Rekestnr. rechtbank : 98/2178
GERECHTSHOF TE 'S-GRAVENHAGE
FAMILIEKAMER
B e s c h i k k i n g
in de zaak van
[naam man],
wonende te [woonplaats man] (Hongarije),
verzoeker, tevens inciden-teel verweer-der, in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
procureur mr. W. Taekema,
tegen
[naam vrouw],
wonende te [woonplaats vrouw] (Engeland),
verweerder, tevens inciden-teel verzoe-ker, in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
procureur mr. G.E.M. Later.
PROCESVERLOOP
De man is op 16 juni 2000 in hoger beroep gekomen van een beschik-king van 18 april 2000 van de rechtbank te 's-Gravenhage, waarbij op verzoek van de vrouw, na verweer van de man en uitvoerbaar bij voorraad, de alimentatie voor de vrouw met ingang van 1 mei 1998 is vastgesteld op ƒ 6.000,- per maand.
De vrouw heeft op 1 september 2000 een verweerschrift, tevens incidenteel verzoek-schrift ingediend.
De man heeft op 18 september 2000 een verweerschrift op het incidenteel verzoek ingediend.
Van de zijde van de vrouw is bij het hof een brief met bijlagen ingekomen gedateerd 29 september 2000.
Op 2 oktober 2000 is de zaak mondeling behandeld.
VASTSTAANDE FEITEN
Het hof rondt bedragen af op hele guldens.
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzit-ting staat - voor zover in hoger beroep van belang - tussen de partijen het volgende vast.
Bij beschikking van 8 juni 1995 heeft het Amtsgericht te Brhl (Duitsland) tussen de par-tijen, op 21 december 1984 te [plaats van huwelijk] in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd, de echtscheiding uitgespro-ken, die op 8 februari 1996 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand te [plaats van huwelijk].
De partijen hebben van 1984 tot 1991 samengewoond. Uit hun huwelijk zijn geen kinderen geboren. In 1991 bedroeg het bruto jaarsalaris van de man ƒ 120.389,-, de vrouw genoot geen inkomsten uit arbeid.
Voorafgaand aan de indiening van het verzoek in eerste aanleg op 30 maart 1998, heeft de vrouw geen aanspraak gemaakt op alimentatie.
Ten aanzien van de man.
De man is geboren op 20 februari 1956 en is in 1998 hertrouwd met een nieuwe partner. Hij is in loondienst bij ABN Amro-bank. Zijn huidige standplaats is, tot februari 2001, Kiev (Rusland), waar hij doorgaans feitelijk verblijft. Zijn huidige echtgenote verblijft in Boedapest. Volgens een opgave van zijn werkgever van 12 september 2000 ontvangt de man thans een inkomen, gerelateerd aan een Nederlands bruto...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT