Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 14 de Marzo de 2001

Datum uitspraak14 de Marzo de 2001
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

Nr. 36300

14 maart 2001

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 29 juni 2000, nr. P99/00676, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.

  1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof

    Aan belanghebbende is voor het jaar 1995 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 1.950.526, waarvan een bedrag van f 1.900.103 belast naar het tarief van artikel 57 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

    Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof.

    Het Hof heeft de uitspaak van de Inspecteur bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Geding in cassatie

    Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Staatssecretaris van FinanciÎn heeft een verweerschrift ingediend.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

    Belanghebbende, die een melkveebedrijf exploiteerde, heeft in 1994 met een wethouder van de gemeente Q gesproken over door de gemeente beoogd toekomstig niet-agrarisch gebruik van belanghebbendes grond.

    Op 24 februari 1995 heeft de gemeente Q een bod uitgebracht op belanghebbendes grond en opstallen. De gemeente heeft daarbij verklaard vooralsnog niet bereid te zijn de grond gedurende een periode van zes jaar en ÈÈn maand na aankoop voor voortgezet agrarisch gebruik te verpachten aan belanghebbende.

    Belanghebbende heeft bij overeenkomst van 23 mei 1995 een tot zijn ondernemingsvermogen behorend perceel grond, groot 8.39.90 ha, verkocht aan J B.V. Het perceel had op het moment van verkoop volgens het toen geldende bestemmingsplan een agrarische bestemming. Voormelde overeenkomst kon door koper worden ontbonden indien uiterlijk op 1 oktober 1995 zou blijken dat de koper geen overeenstemming met de gemeente Q zou hebben bereikt over de door koper beoogde woningbouw op het verkochte perceel. De koper heeft de ontbinding van de overeenkomst niet ingeroepen.

    3.2. In geschil is of belanghebbende ten aanzien van het met de verkoop van de landbouwgrond behaalde voordeel, een beroep kan doen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT