Voorlopige voorziening van Centrale Raad van Beroep, 6 de Agosto de 2012

Datum uitspraak 6 de Agosto de 2012
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/2585 AOW-VV

Centrale Raad van Beroep

Voorzieningenrechter

Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening

Partijen:

[Verzoeker] te [woonplaats], Israël (verzoeker)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

Datum uitspraak: 6 augustus 2012

PROCESVERLOOP

De Svb heeft hoger beroep ingesteld.

Namens verzoeker heeft mr. L.E. Nijk, advocaat, verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juni 2012. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. L.E. Nijk. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.F. Sturmans.

OVERWEGINGEN

1.1. Ingevolge het bepaalde in artikel 18 en artikel 21 van de Beroepswet in verbinding met artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een uitspraak van de rechtbank hoger beroep bij de Raad is ingesteld, de voorzieningenrechter van de Raad op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

1.2. Voor zover de beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening meebrengt dat het geschil in de hoofdzaak wordt beoordeeld, heeft het oordeel van de voorzieningenrechter een voorlopig karakter en is het niet bindend voor de beslissing in de hoofdzaak.

2.1. Verzoeker, geboren in 1938, is bij een onherroepelijk geworden vonnis van 3 december 1998 van de arrondissementsrechtbank te Zwolle veroordeeld tot een taakstraf, te weten het verrichten van 240 uren onbetaalde arbeid. Deze straf is bij uitspraak van 5 juli 2001 van de rechtbank Zwolle-Lelystad omgezet in een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.

2.2. De Svb heeft bij besluit van 21 oktober 2011 het pensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) met ingang van 1 november 2011 beëindigd. Bij besluit van 24 november 2011 is het bezwaar ongegrond verklaard.

2.3. Bij uitspraak van 30 maart 2012, 11/6253 en 12/972, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam het beroep tegen het besluit van 24 november 2011 gegrond verklaard, dit besluit vernietigd, het besluit van 21 oktober 2011 herroepen, de Svb veroordeeld in de proceskosten en bepaald dat de Svb aan verzoeker het betaalde griffierecht vergoedt.

2.4. Het Centraal Justiteel Incassobureau (CJIB) heeft verzoeker bij brief van 5 juli 2012 meegedeeld dat de tenuitvoerlegging van het vonnis stilligt in verband met een onderzoek naar de detentiegeschiktheid van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT