Cassatie van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 30 de Mayo de 2001

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak30 de Mayo de 2001
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

tm

Gerechtshof Arnhem

meervoudige belastingkamer

nummer 00/00723

Proces-verbaal mondelinge uitspraak

belanghebbende : [X]

te : [Z]

verweerder : de Inspecteur van de [P]

aangevallen beslissing : uitspraak op bezwaar

betreft : aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1996

nummer : [H66]

mondelinge behandeling : op 16 mei 2001 te Arnhem

waarbij verschenen : belanghebbende vergezeld door haar gemachtigde, alsmede de Inspecteur

gronden:

  1. Belanghebbendes echtgenoot was tot 4 april 1996 enig aandeelhouder van [Xa] Beheer BV. Tot die datum waren 30 aandelen ad nominaal ƒ 500,- geplaatst en volgestort.

  2. Op 4 april 1996 heeft [Xa] Beheer BV 91 nieuwe aandelen ad nominaal ƒ 500,- uitgegeven aan A BV], een dochtervennootschap van [B] NV. Daarbij was door [A BV] ƒ 17.209.647,- als agio op de aandelen gestort (uiteindelijk verhoogd tot ƒ 17.332.495,-).

  3. In september 1996 heeft belanghebbendes echtgenoot zijn resterende belang in [Xa] Beheer BV aan [A BV verkocht.

  4. De Inspecteur maakt zijn stelling dat belanghebbendes echtgenoot reeds op 4 april 1996 het voornemen had zijn volledige belang in [Xa] Beheer BV nog in de loop van het jaar 1996 te vervreemden, niet aannemelijk.

  5. De Inspecteur maakt evenmin aannemelijk dat belanghebbendes echtgenoot niet, zoals deze stelt, op 4 april 1996 het voornemen had zijn belang in [Xa] Beheer BV nog ten minste gedurende vijf jaar vast te houden en dat belanghebbendes echtgenoot niet, zoals deze stelt, pas in de loop van juni 1996 door zich wijzigende externe omstandigheden zijn vorenbedoelde voornemen heeft gewijzigd.

  6. De onder 4. en 5. vermelde vaststellingen staan aan toepassing van het leerstuk van de wetsontduiking op het onder 1., 2. en 3. beschreven feitencomplex in de weg. Daarbij is niet van belang of belanghebbendes echtgenoot zijn voornemen heeft gewijzigd naar aanleiding van onenigheid met [B] NV of naar aanleiding van het op 4 juni 1996 door de toenmalige staatssecretaris Vermeend ingediende wetsvoorstel tot wijziging van het a.b.-regime, dan wel naar aanleiding van beide genoemde omstandigheden.

slotsom:

Het beroep van belanghebbende is gegrond. Niet in geschil is dat alsdan de aanslag dient te worden verminderd overeenkomstig de conclusie onder punt 7 van de motivering van het beroepschrift.

proceskosten:

Belanghebbendes proceskosten zijn in overeenstemming met het Besluit proceskosten bestuursrecht te berekenen op 2 (beroepschrift en mondelinge behandeling) × ƒ 710,-...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT